En wat doet zij? Havo of VWO? Nee, VMBO!

Marijke Groot 11 jul 2017

Mijn kinderen. Ik zag ze altijd voor me als havo- of VWO-scholieren. En waarom? Omdat ik dat wilde, denk ik.

Het begon allemaal ook als verwacht. Mij werd namelijk door een mede-moeder gevraagd toen de oudste in groep drie zat of het een zonnekind of maankind was. Ze zat niet op de Vrije school, dus ik vond het een nogal aparte vraag. Maar ‘s middags vroeg ik wel meteen aan haar wat voor kind zij dan was. Ze bleek een zonnekind te zijn, want ze las en schreef al. Goed. Aan mijn verwachtingen werd tot dusver prima voldaan. En inderdaad. Ze ging uiteindelijk naar een havo/VWO-brugklas.

Bij dochter twee ging het anders. Ze haatte school. Vanaf groep 1. Ze hield haar schaar niet goed vast. Ze kon zich niet goed concentreren. De A’tjes en B’tjes van het CITO-systeem die ik gewend was bij dochter 1, waren bij haar C’s, D’s en E’s. Dat lag volgens mij aan haar dyslexie, aan haar ADD en wellicht aan het niveau van de leerkrachten. Maar ondertussen begon ik me zorgen te maken. Zou míjn kind naar het VMBO moeten?

Gelukkig vond ik dit zelf al héél snel een belachelijke reactie. Hoezo zou míjn kind NIET naar het VMBO gaan? Waar haalde ik het idiote idee vandaan dat mijn kind naar een hoger niveau zou moeten? Haar toetsen gaven aan dat het VMBO-basis of VMBO-kader zou gaan worden. Waarom zou dat niet kunnen? Was ik helemaal gek geworden? Mijn kind is geweldig! We kozen samen met haar voor de ‘Vrije School’. Op de vraag van velen of ze ‘gewoon naar dezelfde school als haar zus zou gaan’ antwoordde ik stellig dat die school alleen Havo en VWO aanbood, dus dat ze niet naar die school ging. ‘Oh?’ Hoorde ik dan, ‘gaat ze mavo doen?’ ‘Misschien’, antwoordde ik, maar waarschijnlijk wordt het basis of kader.’ Mensen wisten óf niks te zeggen, óf mij te melden dat ‘dat wat erin zit, er écht wel ooit uit zou komen’ of ze spraken de troostende woorden: ‘dat het vast door de dyslexie en ADD kwam, want het was toch geen dom kind?’

Soms leek het alsof ik verteld had dat mijn kind één of andere vreselijke ziekte had en nóóit meer zou genezen.

Laatst vertelde mijn dochter mij hoe ik met de courgetteplant moest omgaan. Haar VWO-vriendinnen vielen stil toen ze hoorden dat ze inmiddels van bewegende bal naar bewegende bal kon overstappen bij circusles.

Vandaag kwam ze thuis. Een glunderend kind met een fantastisch rapport. Geen één onvoldoende. Ik was trots. Zó trots. Net als zij.

En de oudste? Die komt straks met haar havo-rapport thuis.
Ik zal vast net zo trots zijn hoor…