Vraag

Linver 13 okt 2017

"Trouwde u vrijwillig, of moest u?" vroeg ik aan mijn grootmoeder. Ik was vijftien en maakte een geschiedeniswerkstuk over ‘mijn wortels’. Ik moet er meteen aan denken als ik de columnwedstrijd over geluk tegenkom. Het werkstuk haal ik van zolder, uit een doos oude spullen. Als ik er nu, ruim twintig jaar na het interview, doorheen blader moet ik een beetje lachen om die vraag en tegelijkertijd schaam ik me voor de directheid ervan.

Of ze gelukkig was, dat vroeg ik mijn grootmoeder niet. Blijkbaar vroeg ik het me toen niet af, maar nu wel. Hoe ouder ik word, hoe vaker ik mezelf afvraag hoe de vrouwen voor mij het gedaan hebben, hoe ze leefden en in hoeverre ze invloed hadden op hun geluk. En misschien ook wel: wat kan ik daarvan leren, hoe kan ik zelf gelukkig zijn?

In een tijdschrift in de kiosk op het station las ik laatst iets dat me is bijgebleven: om gelukkig te zijn heb je drie dingen nodig: verbondenheid (met andere mensen), competentie (ergens goed in zijn) en autonomie (zelf bepalen hoe je je leven leidt).

Wanneer ik dit als een meetlat langs het leven van mijn grootmoeder leg en afga op de antwoorden die ze in het interview gaf, zie ik meteen waar het wringt. Ja, ze had verbondenheid (met haar gezin, familie en vriendinnen) en ze was competent (ze kon goed koken en breien). Maar was ze ook autonoom? Het antwoord van mijn grootmoeder op de vraag die ik haar stelde was: “Moeten was het niet, maar mijn ouders hadden wel graag dat ik met hem trouwde.”

Als ik me aan haar spiegel en mijn leven langs dezelfde meetlat leg, valt het duidelijk gunstiger uit (ik mag bijvoorbeeld wel mijn eigen geliefde kiezen). Ik denk dat die vrijheid veel bijdraagt aan mijn geluk. Dan vind ik onderin de doos mijn poëziealbum. Helemaal vergeten dat mijn grootmoeder daarin een versje had geschreven:

Wees bevriend met kleine dingen, met een kleine bloem die bloeit
met de vogeltjes die zingen, met een vlindertje dat stoeit
met de heldere regendruppels, met de blijde zonneschijn.
Wees bevriend met kleine dingen, en je zult gelukkig zijn.

Vroeger las ik het als een geluksrecept van mijn grootmoeder, maar nu zie ik het anders. Ze vertelt me eigenlijk, omdat dat haar ervaring was, dat ik niet te veel van het leven moet verwachten. Een wrang antwoord op een nooit gestelde vraag.