SOMS ZIJN WE ALLEMAAL EEN LUL

Caspar van der Waals 19 jul 2017

Wie vroeger iemand hardop in zichzelf hoorde praten, liep een blokje om. Die persoon was duidelijk gek. Met de introductie van de mobiele telefoon kwam de omslag. Het duurde even voor ik eraan gewend was dat iemand uit het niets begon te kletsen in een volle bus, maar het wende. Uiteindelijk.

Ik zag hem op de hoek van mijn straat staan. Een jongen van een jaar of 14, koptelefoon rond zijn nek. Niets bijzonders, maar in zichzelf pratend. Zijn ogen volgden mij hardnekkig terwijl ik voorbij reed, op zoek naar een parkeerplaats. Iets te strak, nét iets te lang. Hardop pratend.

Twee buren vierden een verjaardag, waaronder de nieuwe buren. De brutaliteit. Ze wonen er koud een week, en nu al zo’n opblaasbaar getal achter het raam en visite. Véél visite, die uiteraard iedere parkeerplaats had geconfisqueerd. En de stoep. En het perk. Maar deze jongen hoorde bij het feestje aan de overkant.

Toen ik eindelijk een deel van de straat had gevonden waar niemand jarig was, gleed ik soepeltjes achteruit de lege parkeerplaats in. Ik trok de handrem aan, zette de motor uit en raapte mijn spullen bij elkaar. En toen stond hij daar in mijn achteruitkijkspiegel: de jongen met de strakke blik. En hij keek naar mij.

Nu heb ik voor hetere vuren gestaan, dus ik stapte uit, sloot de auto af en zette het op een lopen. Achter mij hoorde ik voetstappen. De stappen van een 14-jarige slungel met te grote voeten voor zijn leeftijd. Flop-flop-flop! Ik ken dat geluid van mijn eigen zoon. Ze hebben de schoenmaat van een volwassene, maar de motoriek van een kind. Flop-flop-flop!

"Wil je een truc zien?", hoorde ik plotseling naast mij. Hij had mij ingehaald. Ik kan een goede goochelaar zeker waarderen, maar antwoordde toch iets te gehaast dat ik haast had. En dat was de waarheid. De zaterdagprogrammering was gaande, waaronder mijn vrouw en ik afwisselend kinderen van hot naar her slepen.

En toen begon hij te rappen. Nogal luid en blijvend in mijn kielzog. Had ik nu toch maar naar zijn truc gekeken. Ik herinnerde mij nu ook weer zijn ouders, die bij een vorige verjaardag de deur van hun auto dicht smeten met een luidkeels "Dan blijf je maar de hele middag in de auto!" Ze liepen gewoon weg. Het had me destijds dagenlang bij de keel gehad, en dit was die jongen. Ik had ineens spijt van héél véél dingen.

Ik lachte naar hem, maar het moment was voorbij. Soms zijn we allemaal een lul. En vandaag was het mijn beurt.