De Nederlander is het nét niet

De huidige Nederlander heeft geen ballen. Wij zijn een achtergeraakt volkje geworden. De eeuwige schlemiel van het ‘net niet’. Een Joegoslavische enclave bewaken, ‘net niet’. De Giro d’Italia winnen? ‘Net niet’. Een Olympische medaille? Bijna! En de onderste steen boven krijgen na het uit de lucht schieten van 193 landgenoten? Njet niet. Nederland is verworden tot grauwe middenmoter op de talrijke lijstjes.

Als een Brit over Nederland spreekt, is het eerste wat hij onder je neus wrijft hoe het mogelijk is om drie maal een WK-finale te verliezen. Als grapje, maar toch. Een Brit begrijpt ook niet dat wij bij iedere gelegenheid even met wat Engels strooien. ‘What the fuck’, zij eindigen toch ook niet iedere zin met “godverdomme kut”. Hoe lachwekkend kun je zijn? En de Brit voelt ons gebrek aan zelfvertrouwen.

Neem nu het woord ‘startup’. De gemiddelde Brit denkt hierbij ogenblikkelijk aan een soort pechhulpdienst. Een soort ‘jumpstart’ van een lege accu welteverstaan. Het is een woord dat de Nederlander gebruikt als het weer eens net niet lukt. “Ja maar het was een startup” zegt men dan. Een woord dat alvast de mislukking dekt want slechts vijf procent van die studentikoze ideeën is levensvatbaar.

De Brexit-Brit wil geen ‘net niet Nederlander’ worden. Daarom komen de Londense financiële instellingen, die vanwege de Brexit het eiland verlaten ook niet naar de Amsterdamse Zuid-as. Zij hebben geen trek in de Nederlandse ‘net niet bonus’. Graaien in Nederland is het namelijk net niet. Dat doen zij liever in Duitsland, Italië of Spanje. Landen die wél een WK-tje weten te winnen.

De Amsterdamse wethouder van Economische zaken, jonkvrouw Kajsa Ollongren in paniek. Jawel, een heuse jonkvrouw uit een wazig Fins geslacht. Dát maakt nog eens indruk bij de Brit zou je denken. Zelfs haar adellijke afkomst bracht geen soelaas, want ook die titel is het ‘net niet’. Daar krijgt een Brit geen stijve van.

De ex-vertrouwelinge van Mark Rutte zal ongetwijfeld een SOS naar het torentje hebben gestuurd om die vermaledijde bonussen terug te draaien, maar dat ligt nú nog een beetje gevoelig. Nog wel. Maar zie, als de eeuwige werkgelegenheidstroefkaart wordt gespeeld. Moraliteit in Nederland? Het is het nét niet. En niet net.

Ik denk dat ik een startup begin. Een pechhulpdienst voor mislukte ondernemers. En het liefst in Amsterdam. Succes verzekerd als je net niet kampioen wordt.