De gehaktbal als staatsgevaar

Bart Bos 7 okt 2025

Daar gaan we weer. Nieuwe onderzoeken, nieuwe adviezen en opnieuw een tik op de vingers van de vleeseter. Vlees, ooit de trotse ster van de Schijf van Vijf, wordt inmiddels behandeld als de laatste sigaret op een schoolplein.

Eén gehaktbal of biefstuk per week en dan maximaal 105 gram. Mijn biefstuk weegt al twee keer zoveel, en dan heb ik het nog niet over mijn ballen. Gehaktballen, welteverstaan. Kip en vis mogen nog net – 210 gram elk. Maar ik neem gemakshalve aan dat ze het níet hebben over kibbeling uit de frituur, lekkerbekjes die druipen van het vet of een emmer fried chicken van de KFC.

Onze voorouders zouden zich omdraaien in hun graf. Zij groeiden op met reuzel, aten spek als ontbijt en dronken jus alsof het thee was. Toch werden ze oud, vitaal en wisten ze meestal nog de trap op te lopen zonder hartslagmeter. Als je toen had geroepen dat vlees ongezond was, dan was je opgehaald door mannen in witte jassen. En nee, dat waren niet de slagers (al hadden die je misschien met een hakmes een zetje gegeven).

Snelwegplakkers

„De wereld gaat ten onder door de gehaktbal!”, schreeuwen de klimaatdrammende, werkschuwe veganistische snelwegplakkers. Het klimaat red je niet door een gehaktbal te laten liggen of alle boeren het land uit te jagen. Een kameel die in de Sahara een sprintje trekt, jaagt meer stof de lucht in dan mijn barbecue ooit zal doen. Datzelfde stof ligt een week later gewoon op je auto in de straat. Zo werkt uitstoot ook: wat omhooggaat, komt ergens anders naar beneden. Zolang grote industrielanden als China, Rusland, India en de VS hun schoorstenen vrolijk laten roken, kan Nederland klimaatakkoorden tekenen tot we erbij neervallen, maar heeft mijn gehaktbal nul komma nul effect.

En dan hoor ik: „Maar het is ongezond!” Beste mensen, we leven in een land waar je mag kiezen welk geslacht je vandaag het beste past, welke god je aanbidt, of je een blowtje rookt en zelfs wanneer je je leven beëindigt. Maar een gehaktbal? Dáár trekken we ineens de grens?

Kartonnen wc-rolletje

Ik heb het geprobeerd hoor: een vegetarische frikandel. Het smaakte alsof ik op een kartonnen wc-rolletje kauwde, dat alleen met een infuus mayonaise nog een beetje leven ingeblazen kon worden. Leven is al zwaar genoeg. Stress, werkdruk, zorgen – dat maakt meer slachtoffers dan een gehaktbal of twee. Met mayo of pindasaus. Dus laat mij gewoon genieten. Want als ik ergens mijn tanden in zet, dan is het niet in een kartonnen rolletje, maar in een sappige bal. En als de wereld dan toch vergaat, dan ga ik liever met een volle maag dan met een kartonnen frikandel in mijn hand.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties