De aftrap van de stilte

Marten Coverack 6 jul 2025

Omdat ik van nature positief ben ingesteld, herinner ik me de mooie dingen uit het leven vaak beter dan de pijnlijke. Maar sommige herinneringen verdienen het om niet vergeten te worden – ze vormen je.

Ik was een jaar of 10. Op een avond, rond zeven uur, zat ik weer te luisteren naar de Nederlandstalige uitzendingen van Radio Moskou. Het was mijn ritueel, mijn stille avontuur. Toen kwam mijn vader thuis. Dronken. Dat gebeurde wel vaker. Als hij écht stomdronken was, liep hij recht naar bed – dan was er niets aan de hand. Maar als zijn geld op was vóór hij dat stadium bereikte, dan bleef er iets in hem hangen. Rauw. Geïrriteerd. Gevaarlijk.

Die avond was de ontvangst slecht – veel gekraak en piepjes. Mijn aandacht ging volledig naar de radio, de stem van een verre wereld. Daardoor vergat ik één ding: op hem letten. Het was een vergissing.

Razend

Het geluid van de radio en het idee dat ik naar ‘communisten’ luisterde, maakten hem razend. Hij smeet de tuindeuren open, gaf me een trap en ik vloog letterlijk naar buiten. De radio volgde en raakte me op een haar na niet. Daarna kwamen er twee bloempotten achteraan, met sanseveria’s die ik me nog altijd voor de geest kan halen. De tweede raakte me; de pot scheerde langs mijn hoofd.

Daar lag ik dan. Een kind. Gekrenkt, met pijn in mijn lijf, potaarde op mijn gezicht. Alleen in de tuin, tussen de scherven van techniek en planten. Mijn vader tierde dat ik een vuile communist was en dat ik zijn huis niet meer in mocht. Maar ik was geen communist. Ik was een radiopionier, vol verwondering over signalen uit verre landen. Ik wist niet eens wat ‘communist’ betekende; ik was daar nog te jong voor. Later begreep ik dat het voor velen iets slechts was. En ik begreep ook zijn haat, hoe verwrongen die ook was.

Voorzichtigheid

Die avond heeft iets in mij gebroken, al wist ik dat toen nog niet. Vanaf dat moment was ik voorlopig aangewezen op een klein draagbaar radiootje, met alleen middengolf. Uit voorzichtigheid gebruikte ik het maar met een oortje.

Te ziek voor school, te leeg van binnen om iets te doen, lag ik in bed. Dagenlang. Ik luisterde naar de zeezenders, vooral de Engelstalige piratenzenders –  ongetemd en vol leven. Op dat kleine radiootje ving ik ze allemaal op, alsof het toestel me iets wilde geven ter compensatie. Het werd mijn wereld, mijn troost. ’s Avonds stemde ik af op Radio Luxemburg. Als de zeezenders wegvielen door atmosferische ruis, bleef Luxemburg overeind – als een vuurtoren in de mist.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties