Moi volk
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2Flezerscolumn-files%2Frond-21.png)
Als ik zo langs de randen van het land fiets, waar het asfalt ophoudt en het zand weer het woord neemt, dan voel ik het: de natuur is wakker geworden. De bomen worden weer groen. En niet zomaar groen, nee, honderd soorten groen!
Frisse lentegroenen, zoals alleen de lente dat voor elkaar krijgt. En alsof de bomen zelf ook een beetje eigenwijs zijn, zie je soms ineens een rood blad ertussen. Alsof ze willen zeggen: „We doen lekker wat we zelf willen.”
In de weilanden zie je de koeien weer rondscharrelen, met zo’n blik van: ‘Dit is van ons’. En ze hebben gelijk. Hun monden vol jong gras, de staarten zwiepend tegen de eerste muggen, terwijl de paardenbloemen dapper hun gele kopjes omhoogsteken. Een mens zou er stil van worden, ware het niet dat de kieviten zich er ook weer mee bemoeien. Die schreeuwen je bijna van de fiets. Maar ach, zo hoort het ook.
Zaden kiemen
Op de akkers zie je de eerste kiemen al verschijnen. Nu moet ik even iets kwijt. Dat woord ‘ontkiemen’… Daar heb ik dus moeite mee. Volgens mij kiemen zaden gewoon. Punt. Ontkiemen klinkt alsof je het proces weer ongedaan maakt. Dat je na al dat geduld zegt: „Nou, toch maar niet.” Misschien dat een professor met een warrig hoofd en een sjaal midden in juli mij dat eens uit kan leggen. Of misschien moet ik het gewoon loslaten.
De natuur maalt daar trouwens niet om. Die gaat gewoon door. Schudt de winter uit de jas, trekt het voorjaarshemd aan en wandelt zo richting zomer. Alles in zijn eigen tempo. Geen haast, geen paniek. Minuut na minuut, uur na uur. Alsof ze zeggen: „Laten jullie je maar druk maken, wij weten wel beter.”
En weet je, misschien moeten wij dat ook maar eens proberen.
Moi.