Gentrificatie

Marijn Willeboordse 15 apr 2025

Mijn cv-ketel deed het niet. Ik zat zonder verwarming en warm water. Met plakkerig haar ging ik naar mijn werk. In de avond droeg ik mijn donsjack met plakkerige veren. Ik woonde in een gegentrificeerde buurt, omringd door expats. Niemand om hulp aan te vragen.

Vroeger woonde ik in Bos en Lommer, Amsterdam-West. In 2004 kocht ik er een kluswoning waar ik niet aan ging klussen. Buurman Farid, aannemer van beroep, constateerde dat renoveren een ton kostte. Dat geld had ik niet.

Jarenlang leefde ik onder een systeemplafond tussen woonlagen, geïsoleerd met stro, en muren van spaanplaat bedekt met nicotinegeel behang. Gesprekken van buren kon ik volgen. Onder mij woonde een Ajacied met een slechte dronk. Iedere wedstrijd eindigde in huiselijk geweld. De Ajacied zorgde voor samenhorigheid. We zaten allemaal in hetzelfde gehorige schuitje. Om de beurt belden we de politie.

Vriendenprijs

Met de overwaarde op de kluswoning kocht ik een nieuw huis – een strakgetrokken bunker. Nul burengeluiden. In Bos en Lommer had Farid voor een vriendenprijs de ketel gefikst. Hier hing ik aan de lijn met monteurs. Ik moest een halve dag op ze wachten en de voorrijkosten, parkeerkosten, de reparatie en het materiaal betalen.

De Prijshamer, een dubieuze kluswinkel waar ik Vinted-pakketten oppikte, bood soelaas. Ik kwam er vaak en maakte praatjes met de uitbater. „Verkoop je toevallig straalkachels, Mo?”, vroeg ik, want de Blokker was failliet en Mo van alle markten thuis. „Geen verwarming?”, vroeg hij. „En geen warm water”, zei ik, wijzend naar mijn plakhaar. Mo verkocht geen straalkachels. „Misschien heeft je ketel een te lage waterdruk”, opperde hij. „Heb je een vulslang?” Ik knikte.

De vulslang bezat ik dankzij een Energiefixer van de gemeente. Op een dag had hij aangebeld en overal tochtstrips aangebracht. Hij informeerde naar mijn werk. Ik had ‘jeugdadviseur’ en ‘vechtscheidingen’ geantwoord. De Energiefixer had uitvoerig over de vechtscheiding van zijn eigen ouders verteld en een lading tochtstrips en vulslang voor mij achtergelaten.

Roestige tang

„Heb je een waterpomptang?”, vroeg Mo. Ik schudde mijn hoofd. Hij graaide onder de toonbank naar een roestige tang. „Deze heb je nodig”, zei hij. „Op Youtube staan filmpjes over bijvullen.” Hij overhandigde me de tang. „Breng morgen maar terug.”

Het was de bedoeling deze column te eindigen met het advies om, ten tijde van gentrificatie, vrienden te worden met de Energiefixer en met Mo van de Prijshamer. Helaas moet mijn ketel toch vervangen worden door een monteur.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties