Ain’t too proud to beg

Claude Aendenboom 13 mrt 2025

Ja, iedereen die mij leest of kent weet intussen dat ik sinds mijn 13e een diehard Rolling Stoned-fan ben van Mick Jagger. Toen ik Latijn-Grieks studeerde, kreeg ik van de leraren en leerlingen amper ademruimte, ik behoorde niet (meer) tot de hogere klasse en werd dus uitgesloten. Tot ik de Stonessong Jumping Jack Flash te horen kreeg in een Antwerps cafeetje aan de haven.

Ik werd meteen fan van de opzwepende gitaarriff van Keith Richard en de rauwe stem van Jagger.

Thuis gaf mijn broer voor mijn verjaardag een muziekcassette cadeau, het was er eentje met hun greatest hits. En zo had ik een perfecte uitlaatklep om het strenge paterscollege te overleven. En het werkte! Ik kreeg plots het beste geheugen van de klas en op kerstavond kon ik aan mijn ouders een mooi schoolrapport laten zien. Ook mijn broer was een Stonesfan, maar niet zo fanatiek als ik. We zijn twee keer the biggest rock ‘n rollband live gaan zien, in Duitsland begin jaren 90 en achteraf in het Belgische Werchter.

Poems voor idool

Het eigenaardige is dat zelfs na veertig jaar de adrenaline nog steeds door mijn lijf giert als ik één van hun vijfhonderd liedjes hoor.

Zes jaar geleden besloot ik om poems voor mijn idool neer te schrijven en postte deze op Jaggers Facebook. Sir Michael reageerde niet meteen, al hoopte ik natuurlijk van wel. Gelukkig beheerste ik de Engelse taal redelijk goed. Ach ja, de rockster had het wellicht te druk om te antwoorden. Ik had intussen twintig odes aan hem gebracht maar het duurde bijna twee jaar vooraleer hij een like stuurde.

En dat stimuleerde mij om verder te doen. En ja, mijn idool bleef mijn werk liken en wat later kreeg ik een mail: „Hey Claude, how are you?” Ik reageerde nogal vreemd op zijn bericht, the security kwam er aan te pas. Ik had het verknald. Jagger verwijderde al mijn postings van zijn Facebook.

Jaggoloog

Maar de aanhouder wint, ik bleef gedichten neerpennen aan zijn adres waarbij ik zijn persoonlijkheid en loopbaan psychologisch en filosofisch analyseerde. Ja, noem mij gerust een Jaggoloog.

Het contact herstelde zich toen hij op vakantie was in de Pyreneeën. Al mijn werk verscheen weer op zijn Facebook. We hebben toen drie dagen gechat en foto’s uitgewisseld. Toch verliepen de gesprekken nogal awkward. En dus verbrak ik nu op mijn beurt de conversatie.

Ik heb nu een honderdtal ‘Stonesgedichten’ geschreven en vier ‘Jaggerbundels’ uitgegeven in eigen beheer. Een van mijn meest recente bundels gaf ik de titel My idol my fan. Ik liet er amper een zestigtal drukken, ze zijn gesigneerd.

Literaire muze

Gisteravond schreef ik nog eens een ijzersterke Stoneslimerick, ja, ik mag dat zeggen. De ster is mijn grootste literaire muze geworden en dus kreeg ik vannacht een mail van een zekere Tessie Audrey:

‘Hey Claude Aendenboom
This is a thank you text expressing our gratitude to you from Mick Jagger and the whole management. We see you have such a profound impact on Mick’s career with your likes, comments, love and support. We love you. By the way: I’m part of his team:TO GET IN TOUCH WITH HIM SEND A DIRECT MESSAGE TO MY INBOX AR ADD UP.’

Jawel, in zulke koeien van letters smeekte ze mij voor de zoveelste keer. Maar ach, ik wil dolgraag het rock-icoon in levende lijve ontmoeten, het liefst in zijn kasteel aan de Loire waar mijn blauwe bloed ooit stroomde. Zo zing ik nu met mijn halfgod mee:

‘Ain’t too proud to beg, sweet darlin’
Please don’t leave me, don’t you go
Ain’t too proud to plead, baby, baby
Please don’t leave me, don’t you go.’

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties