Waarom we autisten zo lastig vinden
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2Flezerscolumn-files%2F448401923_6963004643802241_5863914735010055226_n.jpg)
Het woord autist lijkt vaak een modern scheldwoord, voor mensen die te veel bij hun eigen ideeën blijven. In elk geval heeft het een negatieve associatie, maar dit zegt vaak meer over onszelf. Naast dat het hebben van autisme bepaalde voordelen biedt, houden de mensen met autisme ons ook bepaalde spiegels voor. In mijn ervaringen als begeleider bij verschillende dagbestedingen vallen mij een aantal zaken op bij autistische cliënten.
In het onderwijs wordt autisme al snel gezien als lastig, net als bij dyslexie, waar ik zelf aan leid. Dat heeft vaak meer te maken met het feit dat docenten zelf op een andere manier denken dan deze zogenaamd lastige leerlingen. Autisten zijn vaak heel eerlijk. Ik heb cliënten die mij vertellen: ‘Ik heb iets heel doms gedaan.’ Waarna ze hun verhaal doen en daarbij hun acties, die tegen de afspraak ingaan, eerlijk opbiechten. Of: ‘Ik heb een ongelukje gehad.’ Als ze bijvoorbeeld in hun broek hebben geplast.
Ook vertellen ze wanneer ze het ergens niet mee eens zijn of als ze iemand niet mogen. Dat zijn we niet gewend. We willen ons graag omhoog bluffen en onze slechte kanten nog wat oppoetsen. Daarnaast zijn we het niet gewend om echt eerlijk onze mening te geven en kritiek te ontvangen. Terwijl een persoon met autisme vaak heel eerlijk is en dan ook zal vertellen als ze iemand een klootzak vinden. Terwijl we zelf hoogstens vertellen dat we minder met die persoon hebben.
Het gaat soms voorbij schaamte. Hierdoor komen de opmerkingen van een autist soms wat vreemd of lachwekkend over. Onderwerpen die we zelf liever vermijden, snijden ze aan. Hoe heerlijk zou het zijn om geen schaamte te hebben?
Daarnaast dwingen ze je om duidelijk en gedetailleerd te zijn. Ik had ooit bedacht dat een cliënt wel even kon helpen met boodschappen doen. Eén van de spullen op het lijstje waren zes pakken cafeïnevrije koffie. We hebben op de dagbesteding filterkoffie en hij komt regelmatig koffie drinken. Hij ging met zijn begeleiding koffiehalen maar kwam met zes pakken cafeïnevrije coffeepads terug. Ik was natuurlijk even teleurgesteld, omdat hij ons nooit die koffie zag drinken en ik ergens anders op de lijst al coffeepads met cafeïne had gezet.
Toch had ik het niet duidelijk erop gezet en dronk hij op zijn groep wel Senseo. Nu was het natuurlijk ook jammer dat zijn begeleider hier niet scherp op was, maar toch bleef het een les. Ik ging er maar vanuit dat mensen mijn plan begrepen. Nu denk ik dat we heel makkelijk denken dat de ander ons wel begrijpt zonder dat we het goed uitleggen.
Duidelijk is dus dat mensen met autisme ons een goede spiegel voorhouden. Dat zien we liever niet, omdat een ander de les lezen vaak veel makkelijker is. Het maakt ons oncomfortabel omdat sociaal doen vaak een masker opzetten betekend. Iemand met autisme heeft geen masker en verteld precies waar het volgens hem fout gaat.
Verder zijn autisten vaak gespecialiseerd in wat ze leuk vinden. De term hyperfocus past bij autisme. Daarom kunnen mensen met autisme honderduit praten over de dingen die ze zelf heel interessant vinden. Helaas hebben ze vaak niet door dat een ander het minder interessant vind. Die fascinatie zorgt er echter wel dat ze alles weten en onthouden van zaken die ze zelf interessant vinden. Daarmee zijn ze professors op hun interessegebied. Het is vervolgens voor ons vaak weer lastig om iemand te vertellen dat wij geen interesse in het onderwerp hebben, want we willen beleeft zijn.
Wie zijn ego opzij kan zetten, zal dus makkelijk de eerlijkheid, drang naar duidelijkheid en hyperfocus kunnen waarderen. Het maakt ons scherp en zal zorgen dat we mensen met autisme makkelijker verder kunnen helpen. Voor eigenwijze en op zichzelf gerichte mensen zal het echter lastig blijven om met autistische mensen om te gaan.