The underdog
Vroeg in de ochtend rijd ik met mijn bescheiden autootje over een landweggetje richting mijn werk. Het is een net iets te smalle weg voor twee auto’s. Een ruime, witte middenklasser komt mij tegemoet en ja hoor, daar ga ik weer, de berm in met mijn rechterwiel waardoor ik met de onderkant van de auto een put inschiet, een scherpe schraap hoor en mij zorgen maak over eventuele schade.
„Shit en verdomme!”, roep ik tegen mijzelf maar er zit gelukkig verder niemand in de auto die mij hierop kan berispen. De tegenligger had een brede strook aan zijn weghelft om zich wat naar de kant te begeven maar deed dit niet, waarschijnlijk om zijn of haar witte auto niet te laten bespatten met de modder die ik nu op de zijkant heb zitten. Ik ben misschien niet brutaal genoeg, moet misschien met een stalen blik op zo’n auto af rijden. Maar wat als hij mijn koekblik ramt en mij erbij?
Zo maak ik het ook mee in de supermarkt, een roekeloze of verstrooide boodschapper knalt met zijn of haar kar tegen de mijne aan, kijkt mij verstoord aan en ik zeg meteen „sorry”, terwijl hij of zij overduidelijk fout zit. Mensen voor laten gaan terwijl ik zelf haast heb, mensen waarvan ik denk dat zij er veel meer tijd voor hebben om even in de rij te staan dan ik, laat ik tóch voor gaan. Zelf maak ik het helaas zelden mee dat ik voor mag, misschien omdat mijn kar vaak best vol zit? Ergens hoop ik ook van niet, ik voel me dan misschien toch bezwaard.
Etiquetteregels
Dit zijn slechts een paar voorbeelden van mijn galante ik en er zijn er nog veel meer te noemen. Het zijn vaak de ongeschreven etiquetteregels waar ik mee worstel, het teveel rekening willen houden met anderen en de onderste weg nemen in situaties van sociale interactie.
Nu denkt u misschien dat ik een erg meegaand typje ben en gemakkelijk over mij heen laat lopen, maar niets is minder waar. Ik reageer best vlot en heftig jegens anderen volgens anderen. Stond vroeger bekend om mijn grote mond en nu durf ik nog steeds net iets meer dan gemiddeld. Rangen of standen, het maakt mij niet uit, ik doe niet aan een kastenstelsel. In mijn ogen is iedereen gelijk, mag ik alles zeggen op een nette manier en de ander ook tegen mij.
Assertiviteit
Omdat ik dacht dat hier vast nog wel meer over te leren viel ben ik in de afgelopen winter naar een assertiviteitscursus gegaan. Na binnenkomst met een hartelijke ontvangst en een voorstelronde werd er aan mij gevraagd door de cursusleidster (als enige van de twaalf cursisten), of ik mij een beetje in wilde houden als ik de neiging zou krijgen om teveel de leiding te nemen in het verloop van de gesprekken.
Ik schrok hiervan. Zij had mij meteen door, legde de vinger op de zere plek. De collegacursisten waren daar overduidelijk om uit hun schulp te leren kruipen, wat ik erg bewonderde aan hen naarmate de cursus vorderde. Ik niet, ik was eraan begonnen om wat aan mijn directheid te schaven en mijn wensen beter over te leren brengen. Ik heb de cursus afgemaakt, was ook degene die alles voorlas omdat ik dat zo fijn deed, maar verder heb ik mij na deze opmerking wat teruggetrokken en vooral geoefend in het bescheiden blijven.
Kreng of kenau
De laatste tijd neem ik mij voor om eerst eens tot tien te tellen alvorens ik mijn wensen opzij zet of kenbaar maak. Dit lukt niet zo snel, oude gewoonten zijn maar moeilijk af te leren. Maar het lijkt mij een goed plan, je kunt je het op mijn leeftijd niet meer veroorloven om té scherp uit de hoek te komen, bent al gauw een kreng of kenau, volwassenheid en tact worden nu steeds meer mijn deel. Wie weet komt het nu allemaal wat meer in balans.
Het engeltje en het duiveltje op mijn schouders blijven echter zitten en deze wil ik ook niet laten amputeren. Ze komen mij ooit nog van pas, dat weet ik zeker!