Dan maar een zeikwijf!
8 maart is het Internationale Vrouwendag, een dag naar mijn hart. De dag ervoor zit ik in de wachtruimte van mijn huisarts. Al twee maanden blijft mijn ongesteldheid uit, het voelt niet goed.
Spoiler alert; ik ben niet zwanger! Tijdens het wachten kijk ik op de socials naar verschillende posts over de vrouwenemancipatie in Nederland. Plots betrap ik mezelf op een gedachtestroom die ik allerminst feministisch vind.
Waarom word ik niet ongesteld? Normaal heb ik elke stopweek een bloeding. Ik ben aan de pil dus een echte ongesteldheid is het niet maar hij geeft me wel telkens het gevoel dat ik nog werk zoals het hoort. Natuurlijk heb ik het gegoogeld en heb ik over een staafje gepiest. Kortstondige geruststelling volgde maar nu is het weer niet gebeurd. Wel voel ik de krampen die ik al heel mijn bloedende leven maandelijks voel.
Zou het de financiële stress zijn? Is het misschien omdat ik gestopt ben met mijn antidepressiva? Het kan ook mijn veranderde eetpatroon zijn of misschien wel een combinatie van dit alles. Of misschien, nee daar ben ik toch te jong voor? Maar het kan wel, de overgang. Waar ik had verwacht een gevoel van paniek te krijgen bij de gedachte dat mijn eieren aan het opraken zijn, voel ik een soort hoop. In de verte zie ik ineens een kapstok waar ik al mijn issues aan kan ophangen.
Menopauze
Vermoeidheid, mijn hoofd vol watten en de bijna dagelijkse overprikkeling zijn niet een overblijfsel van tante Corrie, maar gewoon de menopauze. Bovenal ben ik verrukt over het feit dat ik dan ook mijn onvermogen om af te vallen buiten mijn eigen schuld kan vinden. Ik houd me al 112 dagen aan alle regels die mijn eetverslavingstherapeut me oplegt. Geen alcohol, zes eetmomenten en 80 procent voedzame producten. Resultaat 4 kg eraf in drie maanden. Rationeel gezien netjes, prima tempo en een gezonde manier van afvallen. Mijn verslaafde brein: „Wat is dat nou voor flut resultaat!? Vroeger kon je er tien kwijtraken in dezelfde tijd!” Mijn verslaafde brein googelt al naar eetlustremmers.
Nog voordat de dokter me ophaalt, roep ik mezelf een halt toe. Het resultaat van al drie maanden intensieve therapie is niet te meten met een weegschaal. Hoe kan ik als trotse feminist daar nou zoveel waarde aanhechten? Ik ben niet mijn gewicht. En toch vind ik het belangrijk. Als vrouw moet ik slank zijn, geen rimpels hebben, niet te luid zijn, zorgen en volgzaam zijn. Op een aantal vlakken heb ik er al gezonde schijt aan. O ja, nog zo’n ding: ik mag niet poepen en vooral niet stinken. Dat doen meisjes niet.
Al denkende bevestig ik maar weer eens aan mezelf hoeveel ongeschreven regels er zijn verbonden aan gender. Regels waar ik niet aan wil voldoen maar die zo diep in m’n psyche en misschien zelfs in mijn DNA zitten, dat het gewoon vanzelf gaat. Maar die regels zitten niet alleen in mij en mocht je jezelf erin herkennen ook niet alleen in ons. Het is verweefd in onze hele maatschappij. Bijna ongemerkt houden we rekening met hoe we ons kleden, gedragen en met wat we zeggen.
Ongepaste grap
We lopen ’s avonds om zodat we geen onverlichte paden hoeven te betreden, met onze sleutels tussen de vingers natuurlijk. We lachen mee als die ene manager een ongepaste grap maakt, terwijl we van binnen een beetje sterven. We duiken onder als ex-partners ons bedreigen. We nemen de verantwoordelijkheid van anticonceptie. We laten ons verwijten dat we ambitieloos zijn. We gaan akkoord met een loonkloof die pas over 65 jaar is verdwenen en laten het gebeuren dat de medische gezondheidsindustrie nog steeds focust op de mannelijke klachten bij verschillende ziektebeelden. Laat staan als het ziektes zijn die alleen vrouwen raken.
Ik hoor je denken: „Niet alle vrouwen!” En nee, niet alle vrouwen, maar wel het merendeel. We praten er onderling niet eens over. Of als we dat doen snoeren we elkaar de mond of rekenen elkaar erop af. Toen ik erachter kwam dat mijn mannelijke collega, die korter in dezelfde functie zat, ruim 1000 euro meer verdiende dan ik, hield ik mijn mond. Ik had het er vast zelf naar gemaakt door niet mondig genoeg te zijn geweest. Maar die keren dat ik wel iets aansneed, dan kreeg ik te horen dat ik niet zo moest zeuren. En steun van mijn vrouwelijke collega’s? Ze kijken wel uit. Je zet je carrière toch niet op het spel door je openlijk uit te spreken? Er zijn ook mensen in mijn omgeving die zeggen dat ik dit soort blogs niet moet schrijven en geen feministische content moet delen op mijn eigen socials. Straks neemt niemand je meer aan!
Laten we daar mee ophouden. Laten we in vredesnaam samenwerken. We zijn met meer, dus impact moeten we kunnen maken. Samen krijgen we abortus uit het strafwetboek, maken we quota’s overbodig en dichten we kloven, die van loon en orgasmes. We snoeren monden van mannen met teveel macht, kwetsbare ego’s en dito wormvormige aanhangsels Laat je niet tegenhouden omdat je bang bent dat iemand je een zeikwijf vindt. Dan maar ’n zeikwijf!
PS. De dokter heeft me gerust kunnen stellen. Niets aan de hand. In ieder geval niet met mijn maandelijkse cyclus. Want laten we eerlijk zijn, er is veel te veel aan de hand.