De Iraanse Elf
Ik moet soms nog steeds denken aan het elftal van Iran dat niet meezong tijdens het volkslied. Oké, bij Oranje werd er ook wel eens niet meegezongen, dat is waar. Maar dat is meer de keerzijde van de medaille.
Jaap Stam en Reiziger in 1998, bijvoorbeeld, hadden er gewoon geen zin in. Of misschien waren ze de tekst vergeten. Dat kan gebeuren. Zelf ken ik ook niet alle vijftien coupletten van het Wilhelmus. Maar de Iraanse Elf waren stil uit protest tegen alle misstanden in hun land op dit moment. De jongens uit Iran voerden een WK-variant uit van een stille tocht op een toernooi waar andere landen dansjes inoefenen voor ieder doelpunt.
Terwijl anderen feest vierden werd er door de Iraanse jongens gehuild na doelpunten. Want het is je eerste doelpunt op het grootste voetbaltoernooi in de wereld. Je kunt even los zijn van de gebeurtenissen in je eigen land. Je bent even ergens anders. En heel eventjes is er de hoop dat je misschien langer in deze sub dimensie kan blijven waar alles simpeler is. Waar blijven winnen je nog even weghoudt van de realiteit. Je kunt nog even genieten. Zolang je maar scoort. Je speelt geen voetbal omdat je de duurst betaalde speler van Real Madrid wil zijn. Of omdat je een grotere garage wil bouwen voor je Ferrari’s en die hand gebouwde Koenigsegg, die net niet in je schuurtje passen. Je speelt omdat je ontlading wil en euforie. En omdat je de mensen thuis even wat overwinningen wil geven na alle ellende.
Niet terug naar huis
Doorgaan. Ook na verlies. Er is altijd de minuscule kans dat je de 8ste finales kunt halen. Daar moet je in blijven geloven. Dan hoef je voorlopig nog niet terug naar huis. Waar zo’n zelfde protest als tijdens het volkslied misschien wel begroet wordt met traangas, wapenstokken en geweren. Je mag altijd dromen van een finale waarin je het winnende doelpunt scoort en deze opdraagt aan Mahsa Amini. Want je voetbalt met je hart. En het hart droomt. Het hart pompt namelijk niet alleen bloed door je aderen heen maar ook hoop. Dat kun je niet wetenschappelijk aantonen; maar je voelt het. Je voelt ook voor heel eventjes dat je wereldkampioen kunt worden! Als je maar vecht. Knokt. Strijdt.
En dan schiet de USA de 1-0 binnen. En krijg je een knuffel van Josh Sargent terwijl je heel hard tegen zijn schouder aan jankt.