Ghostbusters?
Binnenkort, op 7 december om precies te zijn, is het twintig jaar geleden dat mijn vader overleed. Volgens getuigen gleed hij die winteravond uit en viel met zijn hoofd pardoes naar achter op de beton.
Hij kreeg een hersenbloeding, maar hield nog stand tot in de kliniek. Hij wachtte wellicht op zijn kinderen en zijn twee vrouwen waarmee hij lief en leed had gedeeld. Maar bij z’n allerlaatste zucht was niemand aanwezig. Mijn broer vertoefde op dat moment immers in Den Haag, samen met zijn vrouw die daar tolkte bij het Joegoslavië-tribunaal. Moeder deed nachtdienst als verpleegster en ook ik wist van niks.
Het was pas de volgende ochtend dat mijn stiefbroer telefonisch het droeve nieuws meldde. Ach, ik lijd nu alweer aan een writersblock want vaders leven is met geen pen te beschrijven. Ik hou het dus voor mezelf. Wel kan ik zeggen dat hij door het oog van een naald is gekropen, en dat is letterlijk te nemen. En als ik ooit nog een roman over hem schrijf, krijgt het boek de titel Kamer versus kasteel Versailles.
Laatste Oordeel
De begrafenis was erg sober. Oom Frank, de vrederechter, gunde ons uiteraard geen blik en liep ons kil voorbij. Vanachter het altaar velde hij een Laatste Oordeel over zijn broertje, het zwarte schaap van de familie. Er werd amper één bloemenkrans neergelegd terwijl de zware bronzen klokken luidden. Peter Koelewijn galmde door de kerk: ‘Klaar voor de laatste sprong in het duister’.
Ik schreef deze tekst naar aanleiding van een tv-programma dat ik een uurtje terug bekeek bij mijn favoriete tv-zender. Een 70-jarige zakenman werd op dat moment geïnterviewd. Ik schrok me te pletter, ik dacht een geest te zien. Maar nee, vader was zowaar uit de doden opgestaan. Hij had zoals altijd z’n zwarte haardos met veel brillantine naar achter gekamd en had zijn favoriete donkerblauwe maatpak aan, alsook zijn knalrode stropdas. Wat was het heerlijk maar tegelijk bizar om zijn mooie sluwe vossenoogjes terug te zien.
Snel zapte ik weg. Maar vijf seconden later keerde ik weer naar het interview. Ik probeerde helder en rationeel na te denken. Misschien was de man familie van ons? Of heeft elke mens dan toch een dubbelganger? Toen het interview was afgelopen verscheen de naam van de zakenman in beeld. En geloof het of niet: hij heette mijnheer… De Geest.
Met enige zelfspot grinnikte ik: Who you gonna call? Ghostbusters?