Een pier peuken
In de jaren zestig heette het „even wat stoom afblazen”. In de jaren zeventig „een sjekkie doen”. In de jaren tachtig was het „tied veur un pafke”. Maar de mooiste formulering voor onze nationale guilty pleasure kwam in de jaren negentig op naam van Daniel Lohues, in het nummer Tomme van zijn band Skik: „ik stop even om een peuk te pieren”.
En toen brak er een nieuwe eeuw aan, en vond onze overheid dat we maar eens even moesten stoppen met dat zinloze en gezondheidsvergallende peukgepier. In eerste instantie heette het nog „roken, we lossen het samen wel op”. Als we allemaal een beetje rekening met elkaar houden, dan kunnen rokers en niet-rokers prima naast elkaar bestaan. Maar die hoop was al snel uitgepierd. Er waren hardere maatregelen nodig. Een ban op tabaksreclames. Rookverboden in openbare gebouwen. Op rookwaren kwamen teksten te staan als ‘roken is dodelijk’. Het moge duidelijk zijn: de snelweg naar de dood bleek via de longen te verlopen en was geasfalteerd met mislukte goede voornemens om te stoppen met roken.
De jaren tien. Op de provinciale weg en de A-zoveel moet de verbrander langzaam maar zeker plaatsmaken voor de ‘elektrische’. Op de eerder genoemde snelweg ook, dankzij de stekkersjek. Maar zoals de Formule E geen volwaardige vervanger is voor de Formule 1, zo bleek ook die snelweg veel leuker om te berijden met een verbrander.
Hoezo #ikredhetnietmeer?
We schrijven het jaar 2022 en roken is populairder dan ooit. Hoe ik dat weet? Dankzij onze bladblazer, die mij elke ochtend wekt met zijn brommergeluiden producerende CO2-afblazende verbrander. Ik zie een wolk van blikjes, plastic wikkels en andere bestanddelen van de openbare vuilnisbelt die onze straat de afgelopen dag is geworden. En, jawel, sigarettenpeuken. Ik heb ze ooit eens geteld. Bij 689 raakte ik de tel kwijt en dat terwijl ik voor mijn gevoel maar net was begonnen. Hoezo #ikredhetnietmeer? De sigarettenrekening is volgens mij niet aan inflatie onderhevig.
Ooit zei ik er wat van. „Oké, dan zal ik hem de volgende keer bij u in de brievenbus gooien.” Inderdaad, rokers en niet-rokers kunnen prima naast elkaar… eh, langs elkaar heen leven.
Inmiddels heeft onze bladblazer zijn dagelijkse checkie op peuken uitgebreid. Waarschijnlijk omdat de peukpierder wat creatiever is geworden met het oplossen van diens afvalprobleem. Ik zie de bladblazer voorover gebukt bezig met een of ander metalen voorwerp tussen de voegen van de tegels. Waarschijnlijk even gestopt om met een piek te peuren. Het tafereel heeft wat weg van de merel die in het park niet ver weg van hier zit te smullen van de regenwormen.
En opeens had ik het. De oplossing van het probleem. Te beginnen in Scheveningen. Laten we vooral stoppen om de Pier te peuken.