Anderhalve meter tot de afgrond

Joop van der Laan 22 jun 2020

De kermisexploitanten willen de tent opengooien, zoals ook de pretparken nu draaien. Ons eeuwenoud volksvermaak zit achter slot en grendel. Er moet weer leven in de brouwerij komen.

De noodkreet van deze kermisklanten zegt alles…”anderhalve meter van de afgrond” …met de afbeelding van een wagentje dat omlaag dendert.

We zijn in een maalstroom terecht gekomen van onrust en onbehagen. Het is ook een kwestie van overleven geworden.

Op weg

We zijn op weg naar het alom bekende pretpark in Brabant. Poolshoogte nemen van de wondere wereld met de nieuwe norm, die ons allemaal zo bezighoudt…die van anderhalve meter.
We zijn toegelaten bij de gratie van reservering met een tijdslot en “volgens de richtlijnen van het RIVM”. Dat laatste is een gevleugelde uitdrukking geworden. Een instituut dat tot leven is gewekt, een sleeping giant die tot nationale waakhond is gepromoveerd.

Het park heeft plan B in optima forma op de tekentafel gelegd. Met kilometers rood en wit afzetlint, dat in alle doe-het- zelf-markten in de wijde omgeving lijkt te zijn gehamsterd. Met een bewegwijzering waar een team van verkeerskundigen een serieuze kluif aan heeft gehad. De anderhalve meter is zichtbaar en dwingend aanwezig.

Polonaise

In de attractie met de reis door de wereld worden de karretjes op eerbiedige afstand van elkaar gevuld. We mogen zonder reisverbod gewoon alle landen bezoeken. Er is nog meer veranderd. Een aantal karikaturen is onder druk van de opgelaaide raciale discussie aangepast.
Het herkenbare deuntje, dat de hele dag in je hoofd blijft zitten, is er nog steeds. Ooit bedacht door Toon Hermans.

Dit jaar wordt alles zo’n beetje op zijn kop gezet. Ik mag, gezien de laatste nieuwe ontwikkelingen, hopen dat de grote inspirator en ontwerper Anton Pieck niet van zijn sokkel wordt getrokken. Hij had namelijk een bijnaam, die van dictator maar dan in de milde vorm.

Vertrouwd

Sommige dingen zullen altijd typerend en onveranderd blijven. We vinden als rechtgeaarde Hollanders dat we de hoofdprijs betalen voor entree. Dus zorgen we als compensatie zelf voor eigen proviand want het moet wel uit de lengte of uit de breedte komen. De bankjes zijn met regelmaat bezet, klaar voor de kleffe belegde broodjes, de thermoskan koffie en de banaan.

Tot overmaat van ramp laat de sprookjesboom tenslotte verstek gaan… wegens storing. Zijn nieuwe verhaal moet nog geschreven. Waarin hij ongetwijfeld wat zal vertellen over Rupsje Nooitgenoeg.

“Er was eens…een tijd …… met the sky als limit…”