Solidair van de huurders

Felix 18 mei 2020

Per 1 juli staat huurders weer een verrassing te wachten. Gaat de huur omhoog? In de politiek was er verdeeldheid. In de eerste kamer, de kamer van reflectie, werd er een motie aan genomen om de jaarlijkse huurverhoging te uit te stellen. Maar minister Ollogren ontraadde de motie en wilde geen uitstel geven aan de huurders. Ook al was dat dan tijdelijk. Maar was dit terecht? 

Het lijkt me toch redelijk om huurders te beschermen. Zeker in het coronatijdperk. Maar de minister wilde geen inkomenspolitiek bedrijven. Zij gaf aan dat er andere maatregelen waren voor financiële steun, zoals voor werkgevers de -NOW- en de tijdelijke regeling overbrugging voor zelfstandig ondernemers voor (Tozo).

Maar is dit redelijk, om in termen van D66 te blijven ? Neem de vergelijking met mensen die een eigen huis hebben. Zij kunnen in deze tijd bij elke Bank uitstel van betaling aanvragen voor 3 of 6 maanden. En de huurders dan ? Kunnen zij hun huisbaas vragen voor uitstel ? Zeker dan kunnen zij. Maar die moet dan wel meewerken.

Stel nu dat het betalen van de kale huur problemen geeft, dan heeft een verhoging van de huurprijs totaal geen pas. De huurders onder wettelijke huurgrens kunnen maximaal geconfronteerd met 5,1% verhoging. En de huurders in de vrije sector (huur vanaf € 737,14) per maand) kunnen zomaar geconfronteerd worden met een verhoging van 6,6% of met een nieuw huurcontract inclusief een fors hogere huurprijs. Waarom heeft de minister geen begrip voor de huurders, die het moeilijk hebben. In de eerste kamer werd gevraagd aan de minister om uitstel. De minister wilde hier niet in meegaan. Wordt hiermee niet duidelijk dat dit kabinet, waar de minister deel van is, meer geld beschikbaar stelt aan grote bedrijven als : Booking.com en de KLM dan aan de  huurders ? Aan deze bedrijven worden miljoenen en zelfs miljarden financiële steun gegeven.Maar de huurder wordt in de steek gelaten.

De huurder wordt zo bloot gesteld aan een huurverhoging per 1 juli die meer dan de inflatiecorrectie van 2,6%  bedraagt. 

Waarbij aangetekend wordt, dat de huurders bij woningbouwverenigingen beter af zijn (gemiddeld 3,1%) dan de huurders bij particuliere huisbazen, die zeker met de maximale verhoging van 5,1% geconfronteerd worden.

Het is jammer dat de minister deze kans voor de solidariteit met de huurders heeft laten liggen en duidelijk kiest voor de steun aan de grote bedrijven in plaats van de steun aan de huurder.