Mogen we genieten in crisis?

Xantoucha Touw 10 apr 2020

Een vraag die in mijn opkomt: mogen we genieten in crisis? Zonder schuldgevoel en met volledige overgave?

Mogen we een duim opsteken naar een hijgende en zwetende sporter die na jaren weer de moed, tijd en zin heeft gevonden om sportief te zijn? Mogen we onze ogen dichtknijpen en onze neus in de zon steken? Mogen we opgelucht zijn een lege agenda te hebben? Mogen we dankbaar zijn dat het virus ons tot halt roept? Misschien ligt de vraag niet zozeer in het mogen en meer in het kunnen. De vraagt luidt dan: kunnen we onszelf toestaan om ook te genieten van deze tijd ondanks de hoge druk in de zorg?

Het grootste verschil tussen deze twee woorden is dat mogen vooral te maken heeft met extrinsieke motivatie en kunnen met intrinsieke. Vóór de crisis waren we een slaaf van onze agenda. Onze eigen wil maakte plaats voor dat wat blijkbaar moest en belangrijk scheen te zijn. Het erge is: we hebben allemaal aan deze drukte toegegeven. Want bij elke afweging die moest worden gemaakt, hing er ook die constante dreiging. Als we namelijk niet deden wat er van ons verwacht leek te worden, dan ging dat gepaard met schuldgevoelens en twijfel. Dus vraag ik het nog maar eens: kunnen we onszelf eigenlijk wel toestaan te genieten van deze crisis? Onze agenda reikt al weken niet verder dan de voortuin. We zijn bijna volledig overgeleverd aan onze eigen wil.

Het antwoord: ik denk dat we het in ons hebben om het te kunnen. Het duurt even, want het is enige tijd geleden dat we ons eigen kunnen hebben bevraagd. Er ligt een laagje stof op. Maar zie wat voor een oerkracht er vrijkomt wanneer er dingen van ‘buitenaf’ niet meer mogen. De extrinsieke motivatie staat steeds meer op een laag pitje en de intrinsieke lijkt wakker geschut. En als we de gebruikelijke dingen niet meer mogen, zelfs dán zijn we in staat dingen te kunnen. Restaurants gaan bezorgen. Boodschappen doen voor anderen. Muziek spelen in de tuin voor buurtgenoten. Ja, we kunnen als mens zoveel meer dan we denken; we zijn tot zoveel in staat.

Er is een tijd aangebroken van het kunnen nu we minder moeten en zoveel minder mogen. We kunnen dan ook niet meer dan ons best doen met wat letterlijk binnen handbereik ligt. Thuis blijven én afstand houden is het enige dat we écht moeten. Volgens mij is het leven lange tijd niet zo eenvoudig geweest.

Ik geloof dat het even duurt voordat we die eenvoud mogen toelaten, maar ik weet zeker dat we ook dat kunnen.