Mag het even kut zijn?
Buiten sluipt een monster rond. Het beste wapen dat we ertegen hebben is binnenblijven. Niet meer naar kantoor of naar het theater, geen vrienden zien, niet op een terrasje proosten op de eerste voorjaarszon. Een vreemde wereld waar ik behoorlijk aan moet wennen.
Al op de eerste dag van de nieuwe werkelijkheid kwam er een stortvloed aan online initiatieven op gang. De webinars en online cursussen vlogen me om de oren. Elkaar overtreffend in zinloosheid testten ze mijn verdraagzaamheid. Dit riep vooral het beeld op van een horde mensen die staan te dansen op de vulkaan. Paniekvoetbal gekanaliseerd in online meetings. Omdat we blijkbaar vooral heel positief, creatief en productief moeten blijven. Terwijl er buiten een monster rondsluipt.
En ik vraag me af: mag het ook gewoon even kut zijn? Het lijkt er soms namelijk op van niet. Het lijkt alsof mensen naadloos willen overstappen naar de nieuwe realiteit, die zo radicaal anders is dan de vorige. Zo radicaal anders dan nog geen twee weken geleden. Maar mag het ook even moeilijk zijn? Mogen we het gewoon even níet weten? Even met grote ogen om ons heen kijken en ons verbaasd afvragen waar we in terecht zijn gekomen?
Ik heb het moeilijk. Ik ben doodsbang voor dat monster buiten. De dokter zei dat ik niet ziek mag worden, want mijn lichaam maakt de stofjes die ik nodig heb om beter te worden niet aan. Dat is een onheilspellende boodschap.
Toen de nieuwe werkelijkheid drie weken zou duren kon ik het nog enigszins verhapstukken, toen maandagavond bekend werd dat we er tien weken langer aan vastzitten heb ik de rest van de avond gehuild. Omdat ik het kut vind, alles. Omdat ik bang ben. Bezorgd om anderen. Droevig omdat ik een aantal mensen voorlopig hooguit via een schermpje kan zien. Verbijsterd over de situatie waar we ons ineens in bevinden. En er is geen ontkomen aan. Het is overal.
Dus mag het even kut zijn? Je hóeft het even niet te weten. Laat dat circus van mensen die hun machteloosheid omzetten in halfbakken online optimisme maar even aan je voorbijgaan. Die mensen weten het namelijk ook niet.
De wereld blijft vreemd, het monster blijft eng.
Verbaasd kijk ik naar de vulkaandansers en de paniekvoetballers. En langzaam word ik kalmer. Ik sta op het balkon en voel de eerste voorjaarszon. Ik zie voor me hoe ik over een paar maanden op een terrasje zit, gezond en wel, met mijn vrienden en vol nieuwe ideeën.
Ik weet nog niet hoe, maar ik geloof dat het goedkomt.