Excuses aan mijn teddybeer

Indra Stuart 19 feb 2020

Excuses aan mijn teddybeer

Ik ben alleen. Na anderhalf jaar lig ik helemaal alleen in bed. Ik heb mijn teddybeer uit de kast getrokken anders ben ik zo alleen. Ik heb eerst mijn excuses aangeboden dat ik hem zo lang had verwaarloosd. Ik denk dat het oké is, hij zei tenslotte niks. Hij keek me lief aan en wat was hij zacht. Dat was ik vergeten. Ik denk dat Beer (want zo heet hij) moe wordt van mij. Hij zou me willen vertellen dat ik moet stoppen met huilen omdat hij doorweekt raakt. Hij vangt mijn tranen al vele jaren.

Alleen zijn is eng.

Maar nu ben ik 20. Ik ben verdomme 20 en ik lig huilend in bed met mijn teddybeer. Ik voel me zwaar en leeg. Een zwaar gevoel alsof ik in het bed gedrukt word en alsof ik er niet uit kan komen. Ik weet dat er dingen van me verwacht worden. Ik zou naar school moeten gaan en mijn best doen. Maar niet nu. Gewoon niet. Ik heb rust nodig. Ik wil niet alleen zijn maar ik wil alleen zijn. Het is verschrikkelijk eng om alleen te zijn, maar het is ook rustgevend.

Mijn reis in de regen.

De nacht valt en plots kan ik opstaan. Ik pak de kans en gooi mijn benen het bed uit. Ik sta met twee voeten op de grond. Ik ben er tenminste nog, het is niet alsof ik dood ben. Ik pak wat kleren op en kleed me aan. Een kusje aan Beer en ik loop naar beneden. Ik trek mijn jas en schoenen aan, pak mijn oortjes en telefoon en trek de deur achter me dicht. Hier gaat mijn reis, mijn reis opzoek naar mezelf. Waar begin ik in hemelsnaam. Ik kies gewoon rechts, rechts klinkt goed, vertrouwd. Ik loop. Het regent. Prima, laat het maar regenen want ik ben hier om iets te doen. Ik ben hier om mezelf te vinden. Het enige wat ik kan is denken. Denken aan mijn leven, denken aan wat ik wil. Ik moet keuzes maken, voor mezelf deze keer. Niet voor anderen.

Doorweekt ondergoed.

Ik ben doorweekt, ik heb inmiddels een uur gelopen en de tijd ging snel. Ik besef me nu pas dat ik het koud heb. Zelfs mijn ondergoed is doorweekt. Ik sta stil en denk aan een route naar huis. Het is goed voor nu. Ik loop naar huis en mijn gedachten mogen nu stoppen. Ik kom thuis en spring onder de warme douche. Ik ga weer in bed liggen maar nu voelt het anders. Het is oké, ik kan gaan slapen. En morgen, ja morgen ga ik echt weer naar school.