Een Hollandse zaterdag

Elske Huising 24 feb 2020

‘Tomaten, heerlijke verse tomaten! Zes stuks voor een euro!’, roept de groenteboer. De geur van vers gebakken stroopwafels dringt mijn neusgaten binnen, maar wordt al gauw verdreven door de zilte lucht die bij Vispaleis Koelewijn vandaan komt. Een stel gehuld in sportieve Gaastra-jassen proeft van stukken gebraden kip bij de poelier en bij de bakker staat een meisje met een briefje van vijf in haar handen te wachten op haar bruine tijgerbrood. Het is zaterdagmiddag en na een lange tijd in Azië struin ik weer eens door de straten van Deventer. Het feit dat alle kramen netjes op een rij staan, het niet naar riool stinkt en de mensen over het algemeen rechts aanhouden heeft eigenlijk ook wel wat en ik geniet als ik net als vroeger bij de kaaskraam een plakje kaas mag proeven; die heb je in Azië dan weer niet!

Ik meng me tussen het winkelend publiek en kijk geamuseerd toe hoe wat tieners knalgele nagellak testen en moeder en dochter samen tussen de spijkerbroeken neuzen terwijl vader buiten verveeld een sjekkie draait naast een paar andere wachtende mannen. Mijn oog valt op een zwarte krijtbord dat de lekkerste snert van Deventer beloofd en omdat het bijna lunchtijd is besluit ik te kijken hoe de rest van de menukaart eruit ziet.

Als ik binnenstap kijken een paar mannen op die met een fluitje voor hun neus aan de bar zitten. Aan de muur hangen advertentiebordjes van Grolsch en Coca Cola en Van Dik Hout brult ‘het is zo stil in mij’ door de speakers. Op een kruk in de hal ligt een stapel bordspellen waar ik mens-erger-je-niet tussen ontdek en in de wc hangt een briefje met het verzoek om de pot achter je schoon te schrobben. Het ruikt er naar een mix van frituurvet, schraal bier en goedkoop schoonmaakmiddel en ik krijg spontaan zin in een broodje gehaktbal. Helaas is het café niet hip genoeg voor vega-ballen en kies ik voor een ouderwetse uitsmijter geserveerd met een bolletje huzarensalade en natuurlijk een paar dikke plakken jong belegen.

Ik had niet verwacht zo te genieten van deze simpele zaterdagmiddag in een bruincafe bij de markt maar het lijkt wel alsof ik Nederland met nieuwe ogen zie, terwijl alles tegelijkertijd ook zo vertrouwd aanvoelt. Als ik in de verte een draaiorgel aan hoor komen, maakt mijn buik een sprongetje en is de nostalgie compleet. Blij ren ik naar buiten. De draaiorgelspeler rammelt met zijn centenbakje vrolijk mee op de maat en ik voel me weer een klein meisje als ik er vol opwinding een muntje in mag gooien.