Het licht in de ogen

Jacob van Es 16 jan 2020

Eergisteren berichtte deze krant dat de twee grootste coalitiepartijen een verbod op vuurpijlen en knalvuurwerk steunen. Terwijl alleen nog een paar (gesneuvelde) goede voornemens ons nog herinneren aan de jaarwisseling ettert de vuurwerkdiscussie nog na. Dat de zes uur die zijn bestemd voor het afsteken van vuurwerk voor velen reden geeft om wegens ziekelijke persoonlijke voorkeuren te pleiten voor allerlei vuurwerkverboden onthult een veel triester probleem dan de geweldscultuur rond oud en nieuw. Namelijk dat het vertrouwen op welwillendheid dat nodig is voor het instandhouden van tradities er niet meer is. De meest onwaarschijnlijke middelen worden aangegrepen om de werkelijke reden dat men vuurwerk verboden wil zien te verhullen.

Longpatiënten, dieren. Je kan het zo gek niet verzinnen. Allemaal voortgebracht door degenen die om uiteenlopende redenen een ander het licht van vuurwerk in de ogen niet gunnen. Angst, frustratie, en twistziekte zijn een paar van de drijfveren van bureaucratici. Het is niet zo moeilijk te begrijpen dat als je een ander geen plezier gunt dit komt omdat je zelf een gebrek hebt aan plezier. Een manieren om dit gebrek aan plezier te verhullen is het verzinnen van regeltjes waar anderen zich aan moeten houden. Politici doen dit graag. En dan heb je nog de andere twee machten van Montesquieu, elk met hun eigen industrieën instanties en protocollen. Allemaal verzonnen om een ordening te brengen in de grimmige werkelijkheid. En laten we eerlijk zijn. De werkelijkheid kan wel wat ordening gebruiken. Maar ordening omwille van ordening is een obsessie.

Laten we de 400 woorden die we voor deze column hebben niet verspillen aan negatieve, verongelijkte praatjes. Dat laat ik graag aan de tegenstanders van vuurwerk over. Waar gaan we het dan over hebben? Over alle goede zaken die het feest dat vuurwerk heet brengt. Vooral een onovertroffen sensatie. Namen van vuurwerkproducten zijn vaak zeer duidelijk op mannen gericht. In de vuurwerkfolders die je vroeger door de bus kreeg stonden dikwijls vrouwelijke modellen. Met een onbeschaamdheid waar zelfs autoverkopers nog voor zouden terugdeinzen word de nadruk gelegd op sensatie. In tegenstelling tot regeltjes is sensatie iets dat niet alleen een papieren werkelijkheid is. Sensationele indrukken verwerven is zoals ik in mijn vorige column vaststelde vaak het doel van reizen. In de trein zijn helaas weinig indrukken die de moeite waard zijn.

Gelukkig hebben we de Metro om doorheen te bladeren!