De wijze dood

Guus Gelsing 28 jan 2020

Tijdens je studententijd sta je vol in het leven. Althans, dat is de bedoeling en wellicht wat er wel een beetje van je wordt verwacht. Als het een beetje mee zit heb je genoeg energie om allerlei dingen te doen, het liefst ook allemaal tegelijk en het liefst heel veel. Een ding waar je waarschijnlijk niet zo veel mee bezig bent, is de dood.

En waarom zou je? Misschien bestaat het wel niet, misschien is het wel fake news en is de dood maar gewoon een verzinsel van de Russen zodat de Amerikanen meer gaan consumeren voordat ze de pijp uit gaan en ze zich verder kunnen onderdompelen in onwetendheid. Dit allemaal zodat ze afgeleid worden van de realiteit. Nee, helaas. De dood is geen fake news, het hoort bij het leven. Er is een begin en een eind, en daar ergens tussen in – misschien wel dicht bij het eind – zit jij nu op dit moment.

Voor velen zal de dood als een eng concept in de oren klinken. Het einde. De leegte. Betekenisloosheid. Afscheid. Geen feestjes meer, geen drugs, geen reizen en geen seks. Maar, in tegenstelling tot deze op angst gebaseerde gedachten, betekent de dood voor mij persoonlijk ook als een inspiratie. Als ik het gevoel heb dat ik een beetje buiten mijn eigen pad aan het bewegen ben of ik twijfel een beetje aan mijn eigen bestaan, dan vraag ik mezelf af wat ik zou doen als ik dood zou gaan. En dat antwoord komt altijd op hetzelfde neer: degene van wie ik houd vertellen hoeveel ik om ze geef en delen wat er nog op mijn hart ligt, maar wat ik moeilijk heb gevonden om uit te spreken. Mocht ik nog een beetje tijd hebben én in de mogelijkheid zijn, dan zou ik een campertje regelen en de lekker rond gaan rijden.

Maar, de dood als inspiratie dus. Ooit las ik daar een zeer interessant boek over van Frank Ostaseski. Hij was oprichter van het allereerste boeddhistische verpleeghuis voor terminale patiënten. In dit boek beschrijft hij zijn ervaringen met de mensen die de dood naderde. Hoe hij ze zag veranderen, hoe ze zachter werden, nederiger – of als ze dat al waren – juist meer extravert en trots. Bovenal, mensen kwamen dichter bij zichzelf. Ze voelde niet langer de behoefte om hun schild hoog te houden en te doen alsof.

Interessant dingetje dus, de dood. Kunnen we wellicht nog wat van leren. En goed voor het milieu ook. In plaats van die zielzoekerij in het buitenland hoeven we onszelf maar een vraag te stellen. Wat zou ik doen als ik dood zou gaan?