De kerstbonus van de kids

Judith Smits 17 dec 2019

Elk jaar, rond kerst, gaan wij met onze kids naar de Japanner. Sinds vijf jaar is dit onze nieuwe familietraditie, vanaf het moment dat ik samen met mijn partner een bedrijf ben gestart. Wij hebben daar aan de bakplaat onze jaarlijkse ‘aandeelhoudersvergadering’. Ik heb het maar even tussen haakjes gezet, want de ‘aandeelhouders’, onze kids, zijn zes en negen jaar oud. Nog niet echt iets in de melk te brokkelen, dus. Al maanden verheugen zij op dit in hun ogen enorme familiefeest. En dat is echt niet alleen omdat we dan lekker uit eten gaan. Nee, er zit namelijk een mooi buitenkansje voor ze in. Voordat de aandeelhoudersvergadering start, moet er ook nog een kerstbonus aan ze uitgekeerd worden. Concreet betekent dit: de kids slepen ons mee naar de dichtstbijzijnde speelgoedwinkel, zij zoeken een cadeau uit en wij trekken onze portemonnee. Klaar als een klontje volgens hen. Weken-, of eigenlijk máándenlang kijken zij uit naar hun moment suprême: wat heeft de speelgoedwinkel dit jaar weer voor ons in petto? Zelfs in de zomer, midden in de hitte, vroeg onze zoon vol ongeduld aan mij: ‘Mama, wanneer hebben we nou ein-de-lijk weer onze aandeelhoudersvergadering?’ ‘Nou, lieverd, dát duurt nog even. Het is juni. We zijn pas op de helft van het jaar. Dus ga nu maar lekker buiten spelen. Daahaag!’ Net of ze nooit een cadeautje krijgen, of zo. Elk jaar proberen Robert-Jan en ik aan de bakplaat tevergeefs met hen het jaar door te nemen. Hoe leuk het was, wat we als familie allemaal gedaan hebben en wat papa en mama als entrepreneurs geleerd hebben. Nou, dat gesprek voeren is niet te doen, het gaat alleen maar over My Little Pony of over de Lego City die net is binnengeharkt. Wij willen hen aan de teppanyakitafel meegeven dat fouten maken moet en dat je successen mag vieren. Als bedrijf en als gezin. Nu nog vinden de kids hun ‘bonus’ belangrijker dan een goed gesprek. Op een dag zijn ze oud genoeg om in te zien dat juist het omgekeerde waar is. Tot die tijd word ik er af en toe fijntjes aan herinnerd dat het nog wel even kan duren voordat die mooie gesprekken aan tafel plaatsvinden. Onze zoon hoorde ik vandaag stiekem tegen zijn zusje zeggen: ‘Als we nou weer die aandeelhoudersvergadering hebben, hè, moet je net doen alsof je luistert naar die saaie verhalen van papa en mama. Doen we gewoon voor de nep. Dan houden ze daarna wel op met dat geklets. Kunnen wij weer héél snel verder spelen. Psst, niks tegen papa en mama zeggen hè?’ Onze dochter van zes knikte instemmend.