Rollerspel

Hans Oud 8 nov 2019

Kennelijk was het zijn missie om zijn speelgoedauto zo ver mogelijk van zich af te gooien om die, nadat hij hem had teruggevonden, in zijn mond te stoppen. En weer en weer en weer. Zijn worpen werden steeds heftiger en zijn konen steeds roder. ‘Rollen’, zei zijn moeder. ‘Niet gooien.’ En elke keer wanneer hij het autootje in zijn mond stopte zei zijn moeder: ‘Dat is bah.’ Het boeide hem allemaal niet zo, althans hij deed alsof hij niet luisterde. Kapsel op windhoosstand en op zijn lippen bijtend ging hij door waar hij mee bezig was.

Met hem was en ben ik van mening, dat wachten op bloedafname lang kan duren als er ‘nog dertig wachtenden vóór u zijn.’ Hij straalde uit dat hij zich helemaal te pletter verveelde in de wachtkamer van de prikpost in het ziekenhuis. Uit de blik van zijn moeder begreep ik dat zij het goed vond dat ik tegenover hem op de grond ging zitten om hem de beginselen van een rollende speelgoedauto bij te brengen. Daar was niet zoveel voor nodig. Hij koos positie door zichzelf op 1 knie achteruit te schuiven en te wachten op de dingen die komen zouden. Ik rolde zijn speelgoedauto rustig naar hem toe en even rustig rolde hij die naar mij terug. Zijn moeder zei tegen mij: ‘Weet waar je aan begonnen bent, want hier houdt hij niet meer mee op.’ Even plotseling als het ‘rollerspel’ was begonnen eindigde dit. Hij was ‘aan de beurt’, werd in de wandelwagen gehesen en verdween achter de deur van de prikkamer.

Een kwartiertje later zag ik hem weer. Vervoerd in zijn wandelwagen op weg naar de auto van zijn moeder op de parkeerplaats van het ziekenhuis waar hij veilig in een kinderzitje werd gezet. Riempjes om de armpjes en in zijn mond een speelgoedautootje. Ach dacht ik: laat bah voor nu maar lekker zijn. Hij heeft immers vandaag alweer genoeg meegemaakt. Zijn moeder ook, ik wéét het.

Onderweg naar mijn volgende afspraak nam ik mij voor om het rollerspel in exact vierhonderd woorden op te schrijven, want het gebruik van vierhonderd woorden volstaat om een levensgebeurtenis als deze te mogen delen met een groter publiek dan de dertig wachtenden vóór u in de wachtkamer van de prikpost in het ziekenhuis, omdat die dertig wachtenden in persoon getuige mochten zijn van dát wat geven van afleiding soms kan bieden. In vierhonderd woorden.