Kerst

Derek Hogeweg 14 nov 2019

Binnenkort mogen we nog maar honderd op de snelweg. Ik woon in Groningen, mijn ouders in Noord-Brabant. De afstand van deur tot deur bedraagd tweehonderdzestig kilometer. Als alles meezit is het in twee uur en drie kwartier te doen. Op de meeste trajecten is de maximumsnelheid nu honderddertig. Er zijn een paar uitzonderingen, waaronder de Veluwe – daar ligt de grens op honderdtwintig.

Ik mag het gaspedaal graag intrappen, zeker op lange afstanden. Mijn auto heeft cruise control en dat is een geweldige uitvinding. Niets is fijner dan een constante snelheid kunnen rijden. Bovendien: het is ook nog eens zuiniger. Tempowisselingen zijn funest. Voortdurend optrekken en afremmen doen het milieu geen goed. Daarom probeer ik het altijd zo lang mogelijk vol te houden op cruise control. Dat is in Nederland, behalve op de A7 tussen Winschoten en Bad-Nieuweschans, een behoorlijke uitdaging. Het ironische is dat het steeds moeilijker wordt om op cruise control te rijden, omdat er steeds meer auto’s komen met cruise control. Dit merk je vooral bij flauwe hellingen, bijvoorbeeld na het verlaten van een tunnel. Tien jaar geleden stoof je dan iedereen voorbij. Nu geef ik steeds vaker extra gas omdat inhalen anders veel te lang duurt.

Tot zover de spoedcursus cruise control.

We gaan dus terug naar honderd. Voor het eerst voel ik me direct geraakt door een maatregel uit Den Haag. Het is alsof mijn ouders verhuizen naar Roermond. Of dat ik zelf in Pieterburen ga wonen. Een verschil van dertig kilometer per uur maakt niet veel uit op een korte afstand. Op het stuk van Groningen naar Assen scheelt het misschien tien minuten. Maar bij lange afstanden wordt het een ander verhaal. Dan is er wel degelijk een groot verschil in reistijd. Ik reken op ongeveer vijftig minuten tot een uur "vertraging", als het gaat om Groningen-Eindhoven. Enkele reis welteverstaan, je wil ook nog een keer terug.

Los van de extra reistijd zal honderd kilometer per uur aanvoelen als een nare droom. Zo’n droom waarin je weg wil rennen, maar op de een of andere manier aan de grond genageld staat. De snelwegen in Nederland zijn doorgaans goed onderhouden en nodigen uit om gas te geven.

Binnenkort is het gedaan met de pret. Klein lichtpuntje: tussen zeven uur ‘s avonds en zes uur ‘s morgens mogen we nog wel honderddertig blijven rijden.

Misschien kunnen mijn ouders Kerst een keer ‘s nachts vieren, voor de verandering.