1995

Derek Hogeweg 12 nov 2019

Volwassenen die bekvechten over een kinderfeest, daar krijg ik jeuk van. De symptomen worden erger als ik diezelfde volwassenen ‘s avonds aan tafel zie zitten in praatprogramma’s.

Probleem: we nemen alles veel te serieus. Dat is nooit goed. We hebben de keerzijde van social media onderschat. In de jaren negentig waren er net zoveel domme meningen, maar daar hoorde je nooit wat over. Om de doodeenvoudige reden dat er geen reden was om ze te horen. We hadden wel wat beters te doen! Waku Waku kijken bijvoorbeeld. Wat de buurman riep had misschien nog enige meerwaarde in 1995, maar daar hield het dan wel op. Meningen waren er, voornamelijk van deskundigen. Als een politicus zich versprak werd er schaapachtig om gelachen op een verjaardag – that’s it.

Tegenwoordig grijpt men elke gelegenheid aan om publiekelijk een stoot te kunnen uitdelen. Negen op de tien Nederlanders is compleet gefrustreerd. Dat geloof je niet? Ga dan even een stukje rijden op de A2, of werp een willekeurige blik op een forum. Bumperkleven en haattweets hebben meer gemeen dan je denkt.

Burnouts komen steeds frequenter voor. In een artikel las ik dat dit zou komen door de toegenomen werkdruk. Dat lijkt me sterk. Ik zou de oorzaak eerder zoeken in het privé-gedeelte. Als je thans niet vier keer per week in de sportschool staat te rammen dan tel je niet mee. Voor minder dan de universiteit hoef je de boeken niet open te slaan. De lat moet hoog. Men wil het lijf van een topsporter en het brein van een wiskundige. Liefst allebei. Perfect is het nieuwe goed geworden. Alles moet over de top. Een feest moet groots, met veel mensen. Op een exclusieve locatie. De champagneglazen en de cupcakes moeten perfect in lijn staan – Instagram wil ook wat. Zolang de buitenwereld maar de indruk heeft dat je leven een feest is. Niemand hoeft te weten dat je daarnaast ook nog fulltime dossiers kopieert op een makelaarskantoor. Dat je hele nachten doorhaalt om de scriptie af te krijgen, dat je eigenlijk niets hebt met al die hippe feestjes, dat je het weekend het liefst gewoon op de bank zou willen vieren. Dat het eigenlijk allemaal niet te doen is maar dat je niet op de rem durft te trappen. Doodvermoeiend lijkt me. Ik denk nog wel eens terug aan 1995.

Ik weet niet of ik het heimwee kan noemen, maar het komt in de buurt.