Verloren schatten

Marieke Kuijper 8 okt 2019

Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: ‘Laat maar liggen, dat is vies. Er kan wel een hondje op geplast hebben,’ wanneer ik als klein kind stilstond omdat er een stuiterbal of knuffelbeer op de stoep lap. Teleurgesteld gehoorzaamde ik. Toen ik later alleen op pad ging, nam ik het risico bij de ontdekking van een glimmend kwartje op het trottoir. Voor degenen van na het guldentijdperk: dat is iets meer dan 10 eurocent. Daar kon ik toch mooi trekdrop of schuimblokken bij Jamin voor kopen. Dat liet ik me niet ontnemen.

Ik maakte me ook daarna schuldig aan het oprapen van mogelijk door hondjes besproeide schatten op straat. Mijn nieuwsgierigheid won het dan van het goedbedoelde advies van mijn moeder. Ik vond eens een portemonnee vlakbij het station. Gelukkig zonder touwtje en grinnikende kinderen achter de struiken, want dat overkwam mij natuurlijk ook. De inhoud telde een paar tientjes en een kaart van de bieb. Als eerlijke burger bracht ik mijn vondst naar de politie. Een paar dagen later stond er een breed glimlachende jongen met een bos bloemen voor mijn deur. Kijk, daar doe je het voor.

Een maand geleden nog. Uit een tas van een met kind en boodschappen volgeladen fiets glipte een mobiele telefoon. Zo in het gras. Moeder had niets in de gaten. Het lukte me haar te roepen, de telefoon uit de berm te vissen en terug te geven. Een dankbare blik was mijn beloning. Onbetaalbaar.

Vorige week ging ik in de remmen voor een briefje van vijf op een verlaten bospad. Geen hond op straat. Deze vondst besteedde ik dezelfde dag nog aan warme chocomel met slagroom. Het smaakte me extra lekker.

Deze schatten negeren? Geen denken aan. Daarvoor is de beloning te groot. ‘Verloren’ blikjes Red Bull, plastic zakjes, foldertjes; die brengen me wel aan het twijfelen. Levert opruimen me iets op? Jazeker; een schone woonomgeving. De website van Milieucentraal meldt dat er per jaar in Nederland 50 miljoen kilo zwerfafval op straat of in het groen belandt. Een deel daarvan zie ik ook in mijn eigen buurt. Het ligt vaak in het gras of belandt tegen een boomstam of onder een struik. Plekken waar hondjes graag hun pootje lichten. Toch kan ik het niet laten liggen. Sorry mam.