Vrijheid van godsdienst en staatsrecht

Mr. Cees Freeke 12 jul 2019

Vrijheid van godsdienst is een groot goed en niet voor niets werd dit grondrecht bij de geboorte van Nederland in de bepalingen van de Unie van Utrecht (art. XIII) opgenomen. Overigens werd Nederland niet geboren bij niet bij de ‘Acte van Verlatinge’, waarin de tirannieke Philips II als landsheer werd afgezworen.

Vrijheid van onderwijs. Over islamitische scholen is veel op bestuurlijk niveau te doen. Het ene vernietigende rapport volgt op de andere. Van de minister, Arie Slob, die meer dan tien jaar maatschappijleer en geschiedenis doceerde mag wel gedegen kennis van zaken worden verwacht. Hij moet kunnen doorzien wat er feitelijk speelt binnen de muren van schoolgebouwen en wat daar de consequenties van zijn. Het uitgavenpatroon blijkt buitensporig. Het hoofd wordt ruim boven de Wet Normering Topinkomens gehonoreerd. De islamitische middelbare school Avicenna College Rotterdam werd vorig jaar voor miljoenen euro’s extra van marmeren vloeren en kroonluchters voorzien.

Nu roept Minister Slob het Westland op om de bij raadsbesluit afgewezen de islamitische school te aanvaarden. Ofwel een rechtsgeldig raadsbesluit te negeren. Dit is de lokale democratie doorkruisen. Als Arie Slob serieus meent dat hij – ondanks zijn bittere ervaringen – vóór een islamitische school is, dan moet zijn doorzettingsmacht gebruiken, en bij Koninklijk besluit (=regeringsbesluit, want politiek) het raadsbesluit vernietigen. Tot dat tijdstip blijft het gewoon een rechtsgeldig raadsbesluit, de weerstand van de raadsvoorzitter ten spijt.

Vervolgens is het de hoogste tijd dat zo’n Koninklijk besluit – waarbij het omstreden raadsbesluit wordt vernietigd – aan de Raad van State worden voorgelegd. Het zal niet de eerste keer zijn dat een Koninklijk Besluit (‘besluit van de regering’) wordt vernietigd. Denk aan de casus Wouter Bos en Landbanski. Met veel bravoure kondigde hij op televisie het besluit aan, maar de Raad van State liet weinig heel.

Iedere wereldgodsdienst kan en mag in Nederland op basis van de Grondwet een school stichten. De Raad van State zal de rechtsvraag dienen te beantwoorden of de islam daarop een uitzondering vormt, omdat de islam niet slechts een religie is, maar tegelijkertijd een staatsorde is. Immers hij moet zichzelf ‘een staat’ maken en zijn islamitische wet gebruiken om alle terreinen van de samenleving, de overheid en het dagelijks leven te bepalen. Dit raakt ook aan het staatsrecht. Het antwoord op de rechtsvraag moet duidelijkheid scheppen.