#Doeslief!

Imka Meuwese 15 jul 2019

Wanneer ik met mijn hond door de buurt loop zie ik een schattig meisje mijn richting op komen, ze is 9 a 10 jaar. Ze vraagt: ‘Mag ik jouw hond aaien?’ Als ik zeg dat het oké is begint ze te heel lief tegen mijn hond te praten en aait zacht over haar kop. Dan komen er twee andere, wat jongere, meisjes aan gehuppeld. Alledrie zijn ze Bubba nu aan het aaien maar het jongste meisje gilt nogal hard wat mijn hond onzeker maakt. Ze kruipt tegen me aan en het oudste meisje signaleert dit en vraagt of ze bang is. Ik leg haar uit dat ze ooit door een paar jongens is gepest waarbij ze in haar oor is geknepen. Sindsdien is ze soms, vooral bij een groepje kinderen, een beetje bang. Het meisje vraagt me welk oor het was want dan wil ze er een kusje op geven. Ik vind dit zo aandoenlijk.

Ondertussen praten de dametjes honderduit en het blijkt dat de oudste mij al eens eerder is tegengekomen, zij weet zelfs nog te vertellen wat ik aan had. Ik voel me gevleid want ze vindt me er zo mooi uitzien, zegt ze. Ik smelt van dit lieve, open, hartelijke meiske. Ze zit nog steeds gehurkt naast mijn hond, die er inmiddels maar bij is gaan liggen, als ze opnieuw over het pesten begint. Ze vindt dat zo zielig voor Bubba, want ze weet wat het is…ze wordt zelf namelijk ook gepest. Ik schrik hiervan; waarom wordt dit leuke, prachtige kind gepest??? Ze vertelt hoe ze vaak uit wordt gescholden voor “vis” en dat ze vooral niet snapt waarom de kinderen altijd over haar ouders praten. En dan blijkt dat haar vader Marokkaans is en haar moeder Nederlands….ik ben hier juist enthousiast over en reageer; ‘Maar dat vind ik juist geweldig! Het is zo mooi als verschillende culturen elkaar vinden want we zijn allemaal gelijk’. Maar daar denken kinderen uit de buurt blijkbaar anders over en ze verwijten het meisje dat haar moeder wijn zou drinken. Het meisje vervolgt: ‘Maar mijn moeder drinkt helemaal geen wijn, ze lust het niet eens.’ Ik realiseer me dat het niet de kinderen zijn maar hun ouders die deze dingen wellicht met elkaar bespreken (lees: roddelen) waar hun kinderen bij zijn. Gevoed met de negativiteit van hun ouders gaan de kinderen vervolgens een totaal onschuldige meisje pesten.

Ik spoor haar aan om er altijd boven te staan en zeg haar hoe bijzonder ze is. Dat zij juist een prachtig voorbeeld is van hoe het ook kan en dat ik, net als haar moeder, verliefd ben op een Marokkaanse man. Haar ogen lichten op, ik hoop dat het haar sterkt. Dan loop ik met gemengde gevoelens verder.