“Einsteigen bitte, wir fahren ab!
"Einsteigen bitte, wie fahren ab!"
Het is warm in en buiten de trein die om 7.19 uit Berlijn is vertrokken en nu een kwartier in Hannover over staat en op weg is naar Leer in Ost-Friesland. Het wordt vandaag tropisch heet met temperaturen boven de 30 C°.
De drukte op het perron is enorm, vanuit de onderste afdeling van de Intercity Dubbeldekker zijn op het perron trolley’s en benen in alle soorten en maten te zien, korte broeken met harige benen en gladde benen, hoge hakken en teenslippers, rennend en slenterend of onzeker dralend.
Bij het instappen is het een kakafonie van stemmen, iedereen zoekt zijn plaats in de volledig volgeboekte en gereserveerde trein en de meeste mensen gaan zitten op een verkeerde plaats, wat dan ook weer een nieuwe kakafonie oplevert van geïrriteerde, hete en zwetende Duitsers.
Aan de overkant van het perron rolt de Intercity naar Amsterdam binnen en het hele circus lijkt zich te verplaatsen naar de zojuist binnengekomen trein.
Reizigers die zich een minuut geleden met zijn allen op de treinsteward hadden geworpen met de meest bijzondere vragen, komen er zonder informatie vooraf achter dat ze toch bij de verkeerde trein staan.
Na het oponthoud, wat een kwartier duurt en waarbij de trein helemaal afgeladen is, begint de conductrice ineens op het perron te schreeuwen. "Gaat u bij de deur weg! Wir fahren ab! Weg da bitte!" Na elk kort geschreeuwd zinnetje klinkt een lange schrille fluittoon als ze driftig op haar fluit blaast.
Inmiddels heeft iedereen zich geïnstalleerd en de airco wordt aangezet, de zweetlucht wordt iets dragelijker. De treinsteward heeft zijn nat t-shirt verruild voor een schone droge polo en heeft nu citrus-frisse oksels. Ik bestel een heerlijke Lavazza filterkoffie (met daadwerkelijk een filter in het deksel) en er worden amandel koekjes uitgedeeld.
De rust in de trein is weergekeerd, uitgeput van alles in Hannover doen de meeste reizigers een hazeslaapje.
De conductrice praat haar collega conducteur (een nog jonge jongen met een grote, jawel, neusring), bij over machinist Claus die bij een ongeluk zijn scheenbeen heeft gebroken. Hoewel het niet netjes is luister ik geïnteresseerd mee… De afloop van het verhaal kom ik niet te weten, de gestapelde kratten met glazen flesjes vallen om als de trein met hoge snelheid over een wissel rijdt. Met veel kabaal rollen de flesje de trap af naar de onderste treincoupé.
Gelukkig kan ik in Leer overstappen in de bus naar Weener, waar de trein naar het Hoofds