Liever blauw dan rood

Gijs Verhoef 23 mei 2019

Het is half zes op een maandagmiddag. Op een overvol perron op Utrecht Centraal sta ik te wachten op de trein die mij naar huis zal brengen. Zodra de trein arriveert en de deuren zich openen, barst de strijd los.

Mensen hobbelen op een drafje naar de deuren om zich als eerste de trein in te kunnen wurmen. Hierbij zien zij vaak de passagiers die uitstappen over het hoofd, waardoor een soort schermutseling ontstaat tussen reizigers.

Eenmaal in de coupé begint de tweede helft van de wedstrijd. Tassen vliegen door de lucht om zitplekken te bemachtigen en al snel zit de gehele coupé overvol, waardoor ik staand mijn reis naar huis moet vervolgen. Alhoewel ik het irritant vind dat ik na een lange werkdag niet kan zitten, moet ik ook niet klagen. Ik ben immers nog jong en vitaal en ervaar een uurtje staan als oncomfortabel, maar niet ondraaglijk. Het wordt pas ondraaglijk als ik mijn blik werp op de eerste klas die grenst aan mijn overvolle tweedeklascoupé. Vergeleken met de tweede klas ziet de eerste klas eruit als een oase waar een serene rust heerst. Dit komt voornamelijk, omdat er twee heren op leeftijd en een verdwaalde conducteur op de rode stoelen zitten, verder is de coupé leeg.

Een Engels vervoersbedrijf heeft de oplossing op het probleem van de overvolle tweedeklas en de lege eersteklas. Namelijk het schrappen van de eerste klas coupés. Het inzicht dat de oplossing zo simpel kan zijn, is kennelijk nog niet geland bij de NS. Het vervoersbedrijf blijft vasthouden aan het achterhaalde en ouderwetse concept van de schijnluxe van de eerste klas.

De NS geeft aan liever te willen inzetten op prijsdifferentiatie, wat een moeilijk woord is voor het duurder maken van het reizen in de spits. Voor de Nederlandse Spoorwegen, die als doel hebben om een betaalbaar en toegankelijk openbaar vervoersnetwerk te faciliteren zodat Nederlanders de auto laten staan, is dit een slinkse stap en uiterst zorgwekkend. Reizigers afschrikken is niet de oplossing, aangezien deze reizigers toch op hun bestemming moeten komen. Het invoeren van prijsdifferentiatie is simpelweg het probleem verschuiven naar de reiziger en het wegennet.

Ik maak al jaren dankbaar gebruik van de diensten van de NS en wil mij zeker niet scharen in het rijtje van NS-drammers, die klagen over iedere minuut dat hun trein vertraagd is. Vertraagd zijn we allemaal wel een keer, maar betalen voor een kaartje in een trein waar je niet kunt zitten met lege (rode) stoelen binnen handbereik, vind ik net te ver gaan.