Kelderklasse

Joris de Vries 28 mei 2019

Kent u dat opgetogen gevoel? Het gevoel van pure opwinding? Die opwinding die een student ervaart op de vierentwintigste van de maand wanneer de bankrekening gecheckt wordt, omdat ome DUO weer gul is geweest. Dat gevoel. Of als een kwispelende, dollehond die hartstochtelijk wacht op het rollende balletje die zijn baasje op het punt staat te gooien. Dat gevoel. Sorry ik dwaal een beetje af. Maar over rollende ballen gesproken. Weet u inmiddels over welk gevoel ik het heb? Ik heb het natuurlijk over voetballen in de kelderklasse. Je kunt je vrije zaterdag niet beter besteden, dat garandeer ik u. Het is echt genieten om zaterdags als een vis in het water de groene wei in te trekken. Waarom? Ik geef u zeven redenen. Ten eerste is er het befaamde altijd net iets te lange praatje van de trainers. Over hoe we het beste de omcirkelde zones op de flanken achter de laatste linie van de tegenstander het beste kunnen benutten. Want hier ligt tenslotte onze kracht. Ten tweede de ‘woooows’ en de ‘potverdikke zag je datjes!’ van het publiek als er daadwerkelijk gebruik gemaakt wordt van die zones met een flitsende aanval door middel van hoogstaand combinatie voetbal waar zelfs FC Barcelona niet aan kan tippen. Ten derde als er tijdens diezelfde aanval gevlagd wordt voor buitenspel, maar de scheids laat doorspelen, omdat hij dusdanig overtuigd is geraakt van onze laatste man die schreeuwt: ‘HIJ NIET’. Onze laatste man kan het weten, die zag het namelijk met zijn haviksogen op. Ten vierde, als er in die nog steeds zeer vloeiende niet voor buitenspel afgefloten aanval de bal net naast geschoten wordt. Ingooi. Bijna. Twee toeschouwers die elkaar dan vervolgens aankijken en grinniken, waarna de één verbaal de longen uit zijn lijf schreeuwt: ‘OOEEEIIIII!’. Ja vergist u niet, in de kelderklasse komen uitersten samen. En natuurlijk wil je winnen, maar lekker belangrijk als je het niet doet. Lol hebben we absoluut. Daarnaast, een goed koud lang verwacht na 90 minuten je de pleuris gelopen biertje smaakt er niet minder om. En de smaak van een bal gehakt pinda al helemaal niet. Reden vijf, zes en zeven.