Ketchup!

Monique Louis 24 apr 2019

‘Verzin een ander woord, ik wil het niet meer horen’, zeg ik tegen zoon. Hij laat het zich ontvallen, in de hitte van de strijd tijdens het gamen. ’s Avonds proberen we andere woorden uit. ‘Zeg ships of potvolkoffie. Broccoli voor mijn part’.
‘Kontjes’ roept zoon plotseling. Onlangs keken we samen naar een programma waarin jongeren vertelden over Gilles de la Tourette. ‘Kontjes’ riep de meest ontwapenende van het stel, een jonge meid, die van haar ‘kwaal’ haar kracht had gemaakt: ze trad op als stand-upcomedian.

‘Niet teveel ketchup, allemachtig’ zeg ik met nadruk, als ik zie hoe hij zijn bord volspuit. ‘Ketchup’ dat is een goed woord! ‘Mooi, ga daar maar eens mee aan de slag’. ‘Gggg…’ ‘Maarten…’, waarschuw ik. ‘Ketchup!’
Op dinsdag en woensdag, heeft hij zijn eindtoets gemaakt. Heb je morgenochtend ook nog de toets wereldoriëntatie? vraag ik. In de info staat dat het facultatief is. ‘Wat is dat: facultatief?’ vraagt zoon. ‘Optioneel’. Man kijkt me spottend aan. ‘Dat het een optie is, een keuze, een mogelijkheid’ voeg ik er snel aan toe. ‘Nee, vandaag was de laatste toets, honderd procent, klinkt het zelfverzekerd.’
De volgende ochtend stap ik de deur uit. ‘Veel plezier jongen, en geen toets dus,’ lach ik. ‘Nou… zegt hij aarzelend, terwijl hij zijn boterham smeert. ‘Volgens mij zei Juf Sandra: we hebben morgen geen toets wereldoriëntatie. Of ze zei: We hebben morgen toch een toets wereldoriëntatie. Die twee opties heb ik dus’.
‘En? vraag ik hem als ik thuiskom. Verbaasde blik, schudt dan zijn hoofd. Gepasseerd station.
Die avond praat zoon honderduit over de eindmusical. Tijd geleden dat ik hem zo enthousiast heb gezien over iets anders dan een game. ‘We hebben de rollen al besproken en de trailer gezien! zegt hij opgewonden. Het heet Feestplaneet, en ik weet al welke rol ik wil. Die van pizzakoerier.’
‘Ah’, reageert zijn vader begripvol.
Zoon somt op: weinig tekst, sta niet in mijn eentje op het toneel en ik veroorzaak een probleem. Hij laat even een stilte vallen, kijkt triomfantelijk. ‘Niet op de rode knop drukken. Ieder karakter die opkomt, kijk uit, niet op de rode knop drukken. Ik kom binnen en zet mijn doos pizza op de rode knop.’ We grijnzen om het hardst.
‘Wanneer worden de rollen verdeeld?’ Morgen, zegt zoon. ‘Doe je best, we duimen voor je!’
‘Het is me gelukt ik heb de rol, glimt hij. ‘Gaaf man, wat goed! Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’
We hebben geloot, zegt hij nuchter.