Komt het goed met me?

Arwen van Stigt 20 mrt 2019

Niet één unicum, maar twee unica overkwamen me vorige week. Ondanks de warmste winterdagen ooit gemeten (unicum nr. 1) bereikte mijn zelfvertrouwen een historisch dieptepunt (unicum nr. 2). Wat ging er mis? Klimaatverandering, zeker. Maar waarom kromp mijn ego tot iets niet veel groter dan een verdoemde bloemknop voor eeuwig wachtend op bloei?

Het zit zo. Ik studeerde af in de vroege zomer van 2017. Sindsdien worstel ik met het vinden van een baan. En het gaat me niet in de koude kleren zitten. Hoewel ik een hoop leer over doorzettingsvermogen (shit, hoe opgeleid, wit en hetero ik ook ben, ik moet het echt zelf doen?) is het vooral in de categorie zwaar, bij vlagen loodzwaard.

Dagen bestaan zoal uit: brieven schrijven en nog meer brieven schrijven. Als een brief een eerste kus was, een voorzichtige, tedere vraag, vol spanning en elektriciteit hopend op een voorlopig zacht en warm antwoord, dan is de mijne beladen met een onverwacht vurige passie en vooral anticipatie op wat daarná komt, datgene waar de kus slechts een speelse opmaat voor is. Ik heb gemerkt dat reacties meestal niet dezelfde begeerte bevatten. “Geachte nr. 241, dank voor uw reactie op nummer 17893. Wij hebben besloten de relatie niet met u voort te zetten. Het bestand nr. 241 zal binnen twee weken uit onze archieven worden verwijderd”. Te gretig? Te veel tong? Who knows.

Er zijn gesprekken die geen match zijn. Er zijn gesprekken waar je alles inzet om een match te forceren. Hierna volgt de gegarandeerde giftige relatie eindigend in ontslag want ja, met een gespeeld orgasme bouw je geen gelukkig huwelijk. Dan zijn er de onverwachte dagen waarop je zelf een baan afwijst (hu?) omdat je denkt er nog gekker van te worden dan je vorige baan (en vervolgens hier eindeloos vaak spijt van zal krijgen). Tot je, ten slotte, een onbetaalde stage aangrijpt (bijna dertig kan nog net?). Blut en blue fiets ik nu naar ‘werk’ met de troost dat ik leer van mijn jonge, bevlogen en maatschappelijk betrokken collega’s. Wat over is van mijn vurige passie en begeerte richt zich op deze troost. Ik vraag me in elk geval niet meer af wanneer ik tot second of third base ga komen, want mocht het zo zijn, zal ik er zeker nog even op moeten wachten.