KANKER

Deveny van Alteren 17 mrt 2019

Kanker. Ja, dat is heftig he? Het woord kanker wordt altijd als beladen gezien. Niemand neemt het woord graag in de mond.

Hoe komt het nou eigenlijk dat iedereen zo krampachtig doet bij dat woord? Ik weet nog wel dat mijn ouders nooit het woord ‘kanker’ in hun mond namen. Ze hadden het altijd over ‘k’. ‘Hij heeft ‘k’’. ‘K?’ dacht ik altijd. ‘Waarom noem je dat ‘k’ en niet gewoon ‘kanker’?’ Alsof er een soort vloek over het woord heerst en iedereen liever zijn of haar ogen ervoor sluit. En daar erger ik me aan. Natuurlijk is het een verschrikkelijke ziekte waaraan je mensen kunt verliezen. Ik weet er helaas alles van. Maar dat we dan maar allemaal onze ogen ervoor sluiten, daar erger ik me mateloos aan. We leven niet in de film Bird Box, jongens.

Die ergernis is eigenlijk ontstaan toen mijn moeder kanker kreeg. Als wij bijvoorbeeld samen boodschappen gingen doen, merkten we dat mensen haar gingen ontwijken. Zelfs familieleden. En ik snap het wel, want de meesten weten absoluut niet hoe ze ermee om moeten gaan. Maar wat mij pijn deed, is dat mijn moeder dan zei: ‘Ze doen net alsof ik een besmettelijke ziekte heb.’ Iedereen begon zich te distantiëren van haar. En dat is lastig, want mensen met kanker zijn ook gewoon mensen. Ja, ze hebben kanker. Dus? Dan doen we maar net of we van niks weten en die mensen niet bestaan, omdat wij er moeite mee hebben?

En daarom vind ik het top dat Linda haar issue heeft gewijd aan kanker. Ze is ook zo lekker recht voor zijn raap. Ze knalt er meteen in door in koeienletters ‘KANKER’ op de cover te zetten. Chapeau. Het blad bevat ook tumorhumor. Iets waar de meeste mensen snel over vallen. ‘Kanker? Daar kan je echt geen grapjes over maken!’ Mensen die kanker hebben willen 9 van de 10 keer júist dat er een grapje over gemaakt kan worden. Door er een grapje over te maken, haal je de bedrukte sfeer weg en maak je de situatie zo veel makkelijker voor beide partijen.

Nee jongens, laten we het vooral beladen houden. Gewoon lekker krampachtig blijven doen, daar zijn we toch al zo goed in, hé? Kom op zeg. Word eens wakker. Dit is geen film. Dit is de realiteit. Zie het nou eens onder ogen.