Helmen, oogschaduw en oogkleppen

Elmer van Engelenburg 25 mrt 2019

“Als de stier van Minos dreunt zij door het Kretenzer labyrint, zonder oog te hebben voor de plebejers die zich in de periferie van haar naar binnen gerichte existentie bevinden. Hiermee is zij het preludium van de dystopische toestand van ons occident, het Avondland.”

Dit alles zegt misschien niet heel veel, maar ik begrijp dat het in de mode is zulke taal te bezigen als men een punt wil maken. Maar laat ik opnieuw beginnen, opdat Henk en Ingrid mij ook zullen begrijpen:

Op weg naar mijn werk word ik ingehaald door een vrouw op een fiets, een gewone stadsfiets, die een helm draagt. Een helm met windschild voor haar ogen, om haar ogen achter haar bril nog eens extra te beschermen. En daarbij bijpassende handschoenen. Qua kleur althans. En in eerste instantie ben ik (uiteraard) toch geneigd te denken: wat een loser. Misschien ook omdat ik opgegroeid ben in een tijd dat je alleen een helm opzette als je van plan was ontzettend gevaarlijke stunts te gaan uitvoeren op je BMX, en niet als je intentie was om gewoon naar de supermarkt te fietsen.

Maar als je er even langer over nadenkt, is zo’n helm wel logisch. Want terug naar mijn openingscitaat: de gemiddelde mens gedraagt zich op de fiets in het verkeer als een dol geworden stier, met enkel de rode lap voor ogen die men ‘de bestemming’ noemt. In dat licht is een stukje bescherming geen luxe te noemen uiteraard.

Brengt mij tot de kern van mijn verhaal: het zijn vooral vrouwen die zich schuldig maken aan deze combinatie van arrogantie en onbekommerdheid. En nu moet ik voorzichtig zijn, voor ik per abuis de paden van het patriarchaat betreed, maar het is onmogelijk deze seksespecificatie onbenoemd te laten. Zonder achterom te kijken werpen zij zich links of rechts, soms nog met een flauw gebaar van een uitgestoken hand. Alsof de wereld daar maar op moet reageren, in plaats dat zij anticiperen. Met gevaar voor eigen leven en dat van hun medeweggebruikers duwen ze hun fragiele lichamen in de strijd tegen een vermeende, reeds lang overwonnen onderdrukking, in de vorm van zelfgekozen oogkleppen. Gelijkheid is een lang verloren ideaal, maar gelukkig komt hoogmoed voor de val.

Het lijkt erop alsof de feministische golf een tsunami geworden is, die als bedoeling heeft alles in haar pad te vernietigen, zichzelf als eerste.