Spatie in mijn dooie tuin

Mijn dooie tuin vanaf staand op een stoel bekeken.
Als of het half om half gehakt is.
De ene kant is dood, de andere kant is spatie.
Ik kijk de gehele tijd zonder te knipperen.

Mijn dooie tuin in, mijn dooie tuin spatie in de tuin.
Ik kijk erin, het lijkt de periode wel in mijn dooie tuin.
De tijd dat het echt dood is, wat het al echt was.
Het lijkt wel de rol wc-papier te zijn in mijn dooie tuin.

Kijkend van een nacht slecht geslapen te hebben.
Terwijl het al donker is, terwijl ik dit in het licht schrijf.
Half om half slapen, slaap in mijn spatie, slaap in mijn dooie tuin.
Het lijkt wel als of ik aan de pure koffie verslaafd ben.

Zo slecht lijkt het te gaan met mij als persoon.
Ook al lijkt het onbewust te zijn en niet bewust.
Omdat de twee de connectie nog niet kunnen maken.

Een draaimolen die vierkant draait.
Een slager zonder vlees.
Een opblaasboot zonder lucht erin.
Een figuur zonder getekend te zijn door een levend wezen.

Een bus zonder eindbestemming.
Een persoon zonder antwoord op zijn vragen.
Een dakloze met een huis.
Een dooie tuin, waarin in alles blijkt te groeien.

Een speelgoedwinkel zonder lego.
Een zwembad zonder warm water.
Een wiskundige zonder getallen.
Een nieuwe radio waar nog cassettebandjes in kunnen.

Een leven met geen doel. Wat toch wel een doel heeft.
Een stuk comedy met geen humor.
Een sterk verhaal van een schrijver genaamd mijzelf.
Een De Wereld Draait Door met mij als schrijver.

Een bord patat zonder vlees.
Een vegetarische shoarmaschotel.
Een doorgeschoten schrijver.