Stroomrot

Cale columns 18 jan 2019

Denkt u bij het zien van Bernard Wientjes (KPMG, voorheen VNO-NCW) ook aan een konijntje? En dan die van Duracell, op batterijtjes? Het was aandoenlijk om hem te horen zeggen dat het best lastig is voor de industrie om over te stappen op andere stroom dan fossiele brandstoffen, omdat ‘we al zo lang gewend zijn aan die stroom, dat is heel moeilijk’. Alsof er een emotionele waarde in zit.

Onzin, stroom is stroom, dat vind je niet lief, stout of irritant. Alsof iemand zegt dat hij het best moeilijk vindt om geen benzine van Shell meer te tanken, maar van een witte pomp. De auto zelf zal niet klagen, die rijdt toch wel.

Het lijkt alsof Wientjes de discussie ook aan bedrijfszijde een emotionele waarde wilde meegeven. Niet slim, want de emotie zit juist veel meer aan de groene zijde. Hij zou zich beter kunnen houden aan de zakelijke kant. Zoals batterijtjes een + en – hebben (nee, dat staat niet voor positieve- en negatieve energie…), is het juist goed als hij die rationele kant laat zien. Een batterij werkt ook pas als je het in een apparaat doet, dus de koper en zink leveren pas energie als ze in een discussie worden ingebracht. Dus best goed eigenlijk.

Maar laat die emotie erbuiten, als harde zakenman. Het past niet, het wringt en werkt zelfs op de lachspieren. Het doet denken aan die 2 oudjes, die na een info-avondje over het Klimaatakkoord thuiskomen en ruiken en zeggen ‘wat een rare lucht hangt hier, het stinkt. Een soort rot of compostlucht’. Ze gaan op zoek naar de oorzaak en kruipend snuffelend over de vloer komen ze bij het stopcontact, net boven de plint. ‘Die stroom stinkt!’, stelt de man vast. ‘Die is niet goed meer.’ En de vrouw: ‘Zou het gebruikte stroom zijn, dat ie al bedorven is.’ ‘Bedoel je tweedehands stroom dan?’, vraagt hij, ‘want dat zou best wel eens kunnen. Tegenwoordig zijn er zoveel huishoudens die met zonnepanelen stroom opwekken dat ze meer hebben dan ze op kunnen.’ En zij: ‘En wat doen ze daar dan mee? De man, nog knielend op de vloer: ‘Nou, toevallig weet ik dat ze dat dan terugleveren aan het net.’ ‘Aha!’, verheft zij nu verontwaardigd haar stem: ‘Dan houden ze de goeie stroom zelf en de slechte geven ze terug. En krijgen wij die biomassa stroom, die zo stinkt. Mooie boel!’

‘Die contactdoos ziet er ook niet fraai meer uit, ik haal hem eraf, want die blijft stinken.’ Hij schroeft het stopcontact eraf en ziet wat liggen in de holte erachter. Hij houdt het omhoog en zegt: ‘Kijk nou, een dooie mus, dat was het!’