Te gast in een asielzoekerscentrum

Marten Coverack 13 dec 2018

In de tijd dat ik dakloos was, heb ik een dagboekje bijgehouden en plaats hier regelmatig mijn belevingen:

In de buurt van een asielzoekerscentrum ontmoette ik tijdens mijn dakloze tijd eens een groepje Syriërs. Ze waren aan het leren fietsen en hadden een lekke band. Eentje had wel het bekende rode Simson doosje in zijn hand, maar wist er niet mee om te gaan. De andere zes stonden te kijken en gaven ieder andere aanwijzingen. Terwijl ik hielp de band te plakken, raakten we aan de praat.

Ik vertelde dat ik dakloos was en dat ik nog niet precies wist waar ik vanavond zou slapen. Wel wist ik dat mijn avondmaaltijd uit bruin brood met pindakaas bestond. Ze vroegen zich af waarom zij, afkomstig uit een ver land, wel onderdak en eten kregen en inwoners van het land niet. Ik kon ze daar geen goed antwoord op geven.

Als dank werd ik het asielcentrum in geloodst. Enkelen hielden de portier aan de praat en ik kon ongezien naar binnen glippen. Ik kon zo’n kans niet laten lopen natuurlijk, een warme maaltijd in het vooruitzicht! Er werden verschillende maaltijden geserveerd, naar gelang je geloofsovertuiging en afkomst, en kon dus kiezen. Ik zat dus lekker te smikkelen op de kamer van mijn gastheren. Na de maaltijd kon ik gaan douchen en de vrouwen werden ingezet om mijn kleding te wassen en te drogen. Wat een genot. Er werd ook een geïmproviseerde slaapplaats voor me ingericht. Wat dat betreft kon ik nog wat leren, hoe die mannen organiseren en alles regelen. Petje af! Voor hen was het een spelletje om mij zo lang mogelijk binnen te houden. Ik heb gegeten en geslapen zo veel ik kon om een buffer op te bouwen voor de komende dagen. Er werd ook nog wat kleding geregeld en een paar nieuwe wandelschoenen. Vooral die laatste waren erg welkom.

Maar zoals zo vaak, op een gegeven moment gaat het fout en werd ik ontdekt. Vijf dagen en vier nachten was ik er binnen geweest. Mijn rugzakje werd vol kaas en worst gestopt, zonder dat de leiding het door had. Ik werd vrolijk uitgezwaaid toen ik naar buiten werd geloosd door een medewerker van het centrum. Die dagen pakken ze me niet meer af, zo dacht ik.

In de weken daarna is het me nog driemaal gelukt, door hun medewerking, om binnen te glippen in het asielzoekerscentrum. Later werd het groepje jongeren overgeplaatst naar een speciaal centrum voor lastige jongeren.

Ik zal ze nooit meer vergeten.

Het heeft me wel in de aandacht gebracht, want ik heb nog vaak wat eten gekregen wat me over het hek aan de achterkant werd geven.