JUF JOKE (en de strontklus)

Op een Openbare Lagere School werd ik door Frank, de directeur met open armen ontvangen. Het bleek het leukste vrijwilligerswerk te zijn dat ik me maar had kunnen bedenken. Herinneringen daaraan toveren vrijwel altijd een lach op mijn gezicht.

Frank werd vaak gestoord in zijn werk. Daardoor kwam hij nogal eens in tijdnood. Een flinke bons op de deur liet ons weten dat een leerling van de bovenbouw zijn intrede zou doen.
‘Meester Frank, de rol staat boven op oranje!’
Ik kreeg niet de indruk dat er gevaar dreigde, want hij stond niet direct op. Ik vroeg hem wat die ‘code oranje’ betekende.
‘Niks bijzonders.’ zei hij, ‘De papieren badhanddoeken moeten aangevuld worden in het automatische systeem.’
‘Kan ik dat niet doen?’
‘Nee, want dat zit erg ingewikkeld in elkaar.’
‘Nou ja!…Je kunt het me toch leren? Ik ben toch niet achterlijk! Daag me uit. Ik wed met je dat ik het van je over kan nemen en dat zal jou veel tijd schelen met al die wc’s hier!’
Ik snapte best dat hij het in die tussentijd sneller zelf had gedaan, maar ik vond dat hij nu even tijd in mij moest investeren.

Het was inderdaad een lastig werkje, maar natuurlijk lukte het me.
Voortaan liep ik regelmatig alle wc-units af om de stand van de badhanddoeken op tijd te controleren. Ik trok meteen de wc’s door die ze vol achtergelaten hadden en inspecteerde gelijk of het toiletpapier toereikend was tot de volgende inspectie.
Zo kon het gebeuren dat ik zag dat een wc’tje bij de kleuters bijna overliep. De afvoer was verstopt door veel teveel gebruikt wc-papier, na de grote boodschap.
Drie kleintjes stonden er gierend omheen. Om de beurt trokken ze de wc door terwijl de anderen de rand van de pot vasthielden. Geboeid volgden ze het water en sprongen vervolgens omhoog van de pret als er drolletjes tevoorschijn kwamen.
Ik ging op mijn hurken zitten en legden uit wat er zou gebeuren als ze ermee doorgingen. Ik denk dat ze in beeld kregen dat de hele school onder water kwam te staan en overal drollen rond zouden drijven.
Met verschikte ogen keken ze me aan.
‘Ga maar gauw je handjes wassen.’ zei ik fluisterend toen ik juf Monique zag aankomen en gaf ze een knipoogje. Aan hun snoetjes was te zien dat we groot een geheim hadden.

Frank was in zijn mooie kleren naar een vergadering. Ik vond niet dat ik die klus voor hem moest bewaren. Ik haalde een emmer, slikte even, stroopte mijn mouwen op en klaarde de strontklus als een volleerd Loodgietster.

Joke van Zijl