De cirkel is rond
3-1-4-2. Op voorhand een weergaloze voetbalopstelling, maar niets is minder waar. Haal de streepjes weg, en zet tussen de drie en de één een punt. Wat je dan krijgt is: 3.142. De wiskundigen op deze aardbol zullen zeggen: “Dat is pi, een wiskundige constante. Ofwel de verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel.” Het gaat dus om ronde cirkels. Ronde cirkels? Die zijn toch altijd rond? Ja, klopt. In den Nederlandsche Taal wordt er daarom ook wel gesproken van een pleonasme. Éen van de grondleggers van ‘pi’ was Isaac Barrow. De in 1630 geboren en getogen Londenaar was naast wiskundige ook een theoloog. Hij moest zich heel vaak verantwoorden voor zijn jongere broer. Iedere keer als hij iets vertelde dat niet klopte, moest Isaac zeggen: “Theo loog.” Een functie die niet iedereen zomaar kan uitoefenen, want er is namelijk één heel belangrijke voorwaarde die aan dit beroep kleeft: Je moet een broer hebben die Theo heet.
Pi is een Grieks symbool en dankzij ‘pi’ is er in Italië ook een heuse vergrieksing van de nationale taal opgetreden. Zza is daar wellicht het meest bekende voorbeeld van. Dit woord kwam in Italië in opspraak en uiteindelijk bepaalde het Hooggerechtshof dat het een gerecht moest worden, met als gevolg dat de pi-zza werd geïntroduceerd. Tenslotte is de ex-Italiaanse internationaal Andrea Pirlo ook vernoemd naar het Griekse symbool, waarschijnlijk doordat hij tijdens zijn carrière zo’n korte draaicirkel had. Pirlo werd daarnaast ook vaak geassocieerd met de vrije trap.
De vrije trap: je kent dat wel. Na een handsbal hoor je het fluitje van de scheidsrechter. Locatie: randje zestien. Een dood spelmoment volgt. De scheids wijst naar de plek des onheils en geeft een vrije trap. Een vrije trap. In geen enkele wedstrijd zal het ontbreken aan dit voetbalelement. Niet alleen bij het voetbal is dit fenomeen bekend, ook bij alle schilders die morgen een verlofdag hebben geldt dit. Ook het gereedschap waarmee ze iedere dag werken, profiteerde hiervan: naast de kwasten, schuurpapier en plamuurmessen, beschikken de desbetreffende schilders ook over een vrije trap.
Bij ons in het team neemt altijd diegene de vrije trap die tijdens de wedstrijd met het meeste vuur speelt. Ook wel de pyromaan genoemd. En wat denk je als de pyromaan de vrije trap genomen heeft? Inderdaad: “Hens.” Als je je afvraagt wat er dan gaat gebeuren? Lees de eerste vijf zinnen van de vorige alinea en de cirkel is weer rond.