Miljoenen witte ballonnen is niet genoeg

Storm Westerslag 24 sep 2018

Met afschuw denk ik steeds weer terug aan die zwarte donderdag in Oss.
Het is eigenlijk onvoorstelbaar wat daar gebeurde. En ondanks dat ik hier woorden probeer te vinden, besef ik al schrijvend dat dat bijna zinloos is.

Een afschuwelijk tragisch ongeluk. Afschuwelijk voor wie het zagen of hoorden gebeuren: de machinist, conducteur, omstanders en begeleidster. Afschuwelijk en hartverscheurend voor de ouders, familie, medewerkers van de school en de BSO.

Nooit meer een kusje voor je kind en een ‘fijne dag en tot vanmiddag’. Elke dag vanaf die zwarte donderdag een lege plek aan tafel. Een onbeslapen bed.
Een hel voor die ouders en grootouders vanaf die dag.

Een explosie van medeleven kan, hoe goed bedoeld ook, dat verlies nimmer goed maken. Deze afschuwelijke gebeurtenis laat een onherstelbaar litteken na bij vooral de ouders en andere nabestaanden: je zusje, je nichtje, je kleindochter is er niet meer. Miljoenen witte ballonnen kunnen dat verdriet niet verbloemen.

Ik erger me aan al die mensen, die oorzaken weten te benoemen, of non-informatie geven aan journalisten. Ik erger me aan mensen die al snel een mening de wereld in slingeren. Ik erger me aan politici die tijdens de algemene beschouwingen elkaar beschimpen en niet de waarheid spreken. Zelfs na 24 uur na die zwarte donderdag geen politicus die zich inhoudt en beseft: “Laat ik me gedragen en gewetensvol spreken en handelen”.

Miljoenen witte ballonnen kunnen dat verdriet niet verbloemen.

Ik mis je, je lach,
je mooie soms stoute ogen
je bent zo verweven
met ons, je ouders,
broer en zus

Oh, het is zo stil
soms een hevige snik
ik kijk in de spiegel
herken mezelf niet,
geef je zo nog één keer een kus

Je knuffel,
je bed, je pyjama,
liggen doelloos op je bed,
je lijkt weggevlogen,
eens, wordt nu altijd