Het fenomeen Peter R. de Vries
Ik weet het nog precies. Ik zit in mijn Ajaxpyjama op de bank. De haartjes nog nat van de douche. Mijn vettige handjes hebben zojuist de laatste Nibb-it’s naar binnen gewerkt. Mijn vader zit naast me. Dan hoor ik het bekende intro van jouw tv-programma en ik weet wat dit betekent. Ik blijf muisstil naast mijn vader zitten in de hoop dat ie me niet opmerkt. Helaas zonder resultaat. Nog voordat je ‘’Goenavund’’ zegt, hoor ik mijn vader: ‘’Chappie, bedtijd.’’
Als ik op mijn twaalfde verjaardag als cadeau een televisie op mijn kamer krijg, kan ik mijn geluk niet op. Nu kan ik eindelijk op zondagavond dat mysterieuze programma op SBS6 kijken. Het is jouw programma, Peter. Ik vind het reuze interessant en mooi om te zien hoe begaan je bent met de familie van Marianne Vaatstra. Hoe je, als je je eenmaal hebt vastgebeten in de zaak Nicky Verstappen, niet meer loslaat. Dit werk is op je lijf geschreven en je doet het bewonderenswaardig.
De laatste jaren echter, begin ik me steeds meer aan je te ergeren. In het Engels hebben ze een prachtig woord voor hoe ik je recent ben gaan zien: ‘ultracrepidarian’. Iemand die zijn mening, dan wel advies geeft over zaken buiten zijn of haar expertise. Ik zie je bijvoorbeeld meepraten over het laatste vakantiekiekje van een semi-BN’er bij RTL Boulevard. Ik heb je zelfs voetbalwedstrijden zien analyseren. Ik merk dat ik de man waar ik zoveel bewondering voor heb gehad in het verleden steeds meer een grapje begin te vinden en dat vind ik jammer, Peter.
Maar dan, op woensdag 22 augustus 2018, is er een doorbraak in de moordzaak Nicky Verstappen. Een DNA-verwantschapsonderzoek geeft de doorslag, er is een verdachte. Ik zie je daar zitten tijdens de persconferentie. Naast de zichtbaar aangeslagen familie Verstappen. Even zie ik de oude Peter weer. Je doet vervolgens het woord namens de familie zoals geen ander kan. Een aantal dagen later komt het bericht binnen dat de verdachte is opgepakt in Spanje.
Aan het einde van de week hoop ik dan ook dat je daar staat, Peter. Achter die katheder van de politie. Dat jij dan op jouw fenomenale manier namens de familie mag meedelen dat ze eindelijk de antwoorden hebben waar ze al die jaren op hebben gewacht. Dan zit ik inmijn boxershort op de bank, de haartjes nog nat van de douche en de handen nog vettig van de Croky Bolognese. Pas dan kan ik met een goed gevoel tegen mezelf zeggen: ”Chappie bedtijd.”