Rap of RIP

‘Daar ben je echt te oud voor mam’ mimet hij terwijl hij bijna onmerkbaar zijn hoofd schudt.
Ik negeer Ronnie als ik mijn buik intrek, mijn borst naar voren beweeg en het trappetje naar het podium beklim. De presentator reikt me een microfoon aan. Zweet loopt uit mijn okselholtes, mijn hoofd gloeit. Heb ik een opvlieger? Om mezelf gerust te stellen beantwoord ik die vraag met ja. Ik sta niet voor schut en nee, ik ben hier niet te oud voor. Hij denkt zeker dat hij het alleenrecht heeft op LOL in de familie. Ronnie heeft me vaak gevraagd of ik naar zijn performances wilde komen kijken.
‘Ik ben blij voor je schat, maar het is niet mijn wereld’, zei ik dan. Het leek me maar eng om tussen die rappende jeugd rond te hangen. En nu, tijdens mijn eerste spontane actie in zestien jaar, sta ik op een podium voor een paarhonderd strakhuidige aliens. Wat bezielde me om naar voren te lopen toen het publiek werd uitgedaagd om mee te rappen? De radartjes in mijn hoofd draaien overuren. Ik moet iets doen. Flitsen van gesprekken die Ronnie thuis met zijn vrienden voert passeren in sneltempo de revue. Het huis is altijd gevuld met hem en zijn vrienden. Zijn zus Geneviève lijkt vaak onzichtbaar. In het publiek vind ik ze, mijn man en dochter. Gerards Budweiser is voor zijn borst blijven hangen en zijn mond staat open. Geneviève veegt slierten haar voor haar ogen vandaan, een zeldzame sprankel in die ogen schittert me aanmoedigend tegemoet. De beat zet in, vanzelf komen er woorden en het gaat goed, het gaat heel goed.
Mijn stembanden produceren een refrein:

Maar ik ben cooler dan zij habibi,
geef je toli aan mij habibi.’

Deze is voor Gerard. Ik zag hem wel kijken naar die twerkende meiden daarnet. Wanneer keek hij voor het laatst zo naar mij? Ronnie duwt me zacht naar de coulissen.
‘Kom op mam!’ Mijn Ecco’s voeren me om hem heen op het ritme van de beat. Lampen schijnen in mijn ogen. Als ik voel of mijn inlegkruisje nog op zijn plaats zit klinkt gejuich op uit de zaal. Mijn buik houd ik niet meer in en ik ga door …

Gerards Budweiser heeft zijn mond gevonden. Hij staat nu pal voor het podium en zijn rechterhand zwaait ritmisch, met twee vingers omhoog. De jeugd springt en joelt. Mijn tijd is om en ik dans naar het trapje waar Geneviève bibberend de microfoon van me overneemt.
‘Mam, dat w-was vet! Ik w-waag ook een p-p-poging.’
‘Lieverd, ik wilde dat je je haar had gew…’
Gerard pakt mijn hand en sleept me het damestoilet in.