De etalagepop

Monique Louis 20 jul 2018

Zoon rent de roltrap op, we volgen bedaard, stappen uit op de tweede etage. Zoon neemt de roltrap weer naar beneden. We kijken hem na. Kom je zo weer terug, gebaar ik naar hem. Hij doet het nog een keer, we wachten. Bovengekomen, schiet hij zigzaggend de winkel door. Zijn energie is benijdenswaardig. We maken wat afspraken. Op deze etage blijven, niet alle broeken overhoop halen. Hij knikt en is weer weg. Even later zie ik hem. Hij strikt de veters van een mannelijke paspop. De vijfjarige zit rustig en geconcentreerd. Als de strik gelukt is, begint hij aan de volgende schoen. Ik kijk rond, zie nog een aantal plastic mannen staan. Mooi, dan kan ik me concentreren op man.
Ik ontpop me als zijn persoonlijke assistent. Kijk turend naar maat en model, kom aangesneld met twee spijkerbroeken over de arm en een over mijn schouder. ‘Hier’ hijg ik. Man pakt ze snel aan. ’Heb je ook nog iets met een kleur gezien?’ vraagt hij vriendelijk, zijn hoofd vanachter het gordijn. Ik knik, hol op een drafje weg. Waar had ik ze ook weer gezien? Ik snel met tien vingers door alle maten. Kijk op, zie ik zoon nog ergens? Nee, weg. Beter even zoeken. Zie een verkoopster, vraag haar snel naar de juiste lengtemaat, loop achter haar aan. Waar gaat ze helemaal heen? ‘Kijk’ ze overhandigt me een exemplaar. Het is niet hetzelfde model, wel de goede kleur. Dankjewel, zeg ik. De broek blijkt niet de juiste maat. Ondertussen speur ik de omgeving af.
Daar is hij. Ik blijf op een afstandje staan. Zoon staat bedremmeld met de arm van een etalagepop in zijn handen. Een vrouw loopt op hem af, zoon knikt verlegen. Ze probeert hem te helpen, draait de arm van de pop er weer in. Het gaat moeizaam. Ik zie hem opgelucht lachen naar de vrouw. Zoon ziet mij nu ook, draaft op me af. ‘Zo, nog iets geks meegemaakt?’ vraag ik hem. ‘Nee, hoor’ antwoordt hij. Wat mij niet lukt, lukt hem wel. Hij vist een broek met lengtemaat 36 uit de stapel. ‘En?’ vraagt hij, als zijn vader tevoorschijn komt. ‘Hm, beetje krap, het voelt alsof ik een maillot draag’. Ik knik goedkeurend. ‘Maarten, jij hebt de maat goed gekozen, maar ik neem toch die andere broek’. ‘Ik houd van cijfers, zegt zoon blij.