De zesjescultuur is onvermijdbaar(deel 1)

Afgelopen week vroeg mijn kapper aan mij hoe ik voor het eindexamen stond, waarop ik antwoordde met “Ja, wel goed, sta niks onvoldoende gewoon zesjes en zevens”. Zijn reactie was “Ohja jij bent van die zesjescultuur generatie” en ik reageerde direct met “Ja, haha”. Tot op de dag van vandaag irriteer ik me aan mijn instemmende reactie. De zesjescultuur wordt omschreven als ‘de instelling of houding om de inspanningen te richten op het behalen van slechts het minimaal benodigde resultaat. In het gebruik van de term ligt telkens een zekere mate van maatschappijkritiek besloten, meest specifiek op het algemeen afwezig zijn van ambitie’. Kortom, als je geen ambitie hebt, ben je niet gemotiveerd, doe je niet je best op school, doe je alleen wat nodig is om nog een voldoende te halen en leer je dus voor een zes. Het feit dat ik zonder pardon meteen met een ja antwoordde komt naar mijn mening doordat overal waar je kijkt of komt de zesjescultuur uitspraak weer naar boven wordt gehaald en daarmee komt ook telkens het gevoel bij mij naar boven dat ik niet goed genoeg ben. Het is vergelijkbaar met een soort brainwash, als jij iemand elke dag lelijk gaat noemen, gaat diegene dat uiteindelijk geloven. Voor mij was mijn eigen reactie dus het punt om er beter over na te gaan denken. Vroeger was het zo als je een toets had met 10 vragen en je had er 6 goed, dan kreeg je het cijfer 6. Veel mensen weten niet dat dit tegenwoordig is veranderd, nu wordt er gekeken (ook op de eindexamens) naar welke score het meest/gemiddeldste voorkomt. Een voorbeeldje: je hebt een klas van 25 leerlingen en een toets met 10 vragen, 19 van de leerlingen hebben 8 vragen goed, de meeste leraren kiezen er dan voor om bij een score van 19 goede antwoorden een 6 te geven. Ik vind dat raar. Enkele jaren geleden had mijn basisschool ook zo een leuke regel, het hoogste punt dat je kan halen voor een dictee is een 8 en het laagste een 4, want anders is het zielig voor andere kinderen. Op een gegeven moment werd mijn moeder opgebeld door de leraar van mijn broer, of ze op school langs wilde komen want elk dictee deed mijn broer iets geks. De leraar vertelde dat mijn broer nooit de laatste twee zinnen of woorden van het dictee op schreef en dat dat jammer was want de 8 woorden of zinnen die hij wel op schreef waren altijd helemaal goed. Toen mijn moeder aan mijn broer vroeg waarom? Zei hij: “ Waarom zou ik die andere twee nog opschrijven als ik toch nooit een 10 krijg”.