De daad van een lafaard
Het zal nu bijna 30 jaar geleden zijn, dat ik om wat centjes bij te verdienen, elke week een of ander lokaal sufferdje rondbracht op mijn fietsje. Een uurtje werken, dat door mij steevast verlengd werd tot een uurtje of twee. De reden dat ik er langer over deed was redelijk eenvoudig: ik maakte nog wel eens een praatje.
Zo maakte ik gedurende enkele maanden, elke week een praatje met een man die aan de straat zijn auto restaureerde. Wekelijks zag ik de vorderingen en luisterde ik aandachtig naar zijn verhalen en plannen over zijn bolide. Nieuwsgierig aanschouwde ik de vooruitgang en na vele weken klussen was de auto zelfs klaar om gespoten te worden. De week erna stond zijn auto dan ook, paars blinkend, aan de straat en is de goede man, tijdens mijn krantenronde, even naar buiten gekomen om mij de auto te laten bewonderen: hij begreep mijn enthousiasme, zullen we maar zeggen.
De week daarna stond de auto echter, tijdens grauw weer, ongepoetst in de straat en zag ik, op het moment dat ik de straat in fietste, dat er een kartonnen bordje in de auto hing. Even dacht ik dat hij de auto te koop had gezet, maar toen ik dichtbij genoeg was om de tekst op het bordje te kunnen ontwaren, las ik op het kartonnen bordje de tekst “de daad van een lafaard”. Een of andere onverlaat had de hele auto bekrast en zo het werk van de goede man teniet gedaan. De week erop was de auto weg; waarschijnlijk verkocht, want ik heb de goede man nooit meer gesproken.
Dit verhaal heb ik eigenlijk nooit iemand verteld, maar is me wel 30 jaar bij gebleven. Waarom? Waarschijnlijk vanwege het enthousiasme van de man in kwestie en de wijze waarop dit de kop is ingedrukt door, inderdaad, een lafaard.
Lafaards, zo merk ik de laatste jaren, zijn er nog steeds en de resultaten van hun lafheid liegen er niet om. Met een automatisch wapen een bar inlopen om feestvierende bezoekers af te slachten getuigt van weinig moed. Van een afstand een hulpdienst bekogelen met flessen en/of vuurwerk is wellicht de domste en lafste daad, die iemand kan doen.
Ik vraag me dan ook daadwerkelijk af of deze malloten met zichzelf kunnen leven, of dat zij, als ze ‘s avonds alleen in bed liggen, stiekem een traantje wegpinken omdat ze een lafaard zijn.
Eenieder die mijn respect verdient, die zal het van mij krijgen,
NostraDennis