Verborgen tranen
De meest verbazingwekkende vraag die mij ooit is gesteld en waar ik mij bijna schuldig om ging voelen: "waarom huil je niet?" Ja waarom huilde ik niet? Had ik geen hart, geen geweten, geen emoties? Ik heb me er dagenlang heel erg verward over gevoeld. Hield ik niet genoeg van haar dat de tranen niet vanzelf kwamen vlak na haar geboorte? Toen ik een lieflijk maar levenloos pakketje in mijn armen kreeg na een zware bevalling, eindigend in een keizersnede. Toen ik niet wist wat ik moest voelen, terwijl ik mijn broze dochtertje wiegde in mijn armen. Trillend lag ik op de operatietafel, van de adrenaline en de groteske angst. Mijn verwachtingen waren vermorzeld en mijn hoop was als een vlinder weggevlogen uit mijn leven, zo ook mijn geluk.
De tranen kwamen dagen later, toen ik samen met mijn vriend in mijn ziekenhuisbed rustte. Mijn hoofd op zijn borst. Het besef kwam als een blikseminslag binnen bij mij. Ons dochtertje was zojuist weggerold naar het mortuarium. Daar was haar plekje in de nacht, zodat haar kleine lichaampje niet verder achteruit zou gaan. Ons kleine Sneeuwwitje die nooit meer met een kus tot leven gewekt zou worden. Het verstikkende en beangstigende gevoel was zo heftig, zo confronterend. Mijn longen leken in brand te staan, mijn hart leek mijn borst uit te bonken en mijn hoofd leek uit elkaar te barsten. Mijn wereld stond stil. Onze wereld stond stil. En daar kwamen de tranen…
Ik dacht dat ik nooit meer op kon houden met huilen. Dat de tranen onophoudelijk zouden stromen. Dat ik nooit meer gelukkig kon worden. Ik was haar verloren. We waren haar allemaal verloren. Ik wilde niet naar huis. Dan moest ik haar verlaten, want zij was hier, daar in dat ijskoude mortuarium. Thuis stond haar wiegje, haar kledingkastje vol met jurkjes, de commode met een roze verschoningskussen. Daar stonden al haar knuffeltjes, speeltjes en hing haar schilderijtje die ik speciaal voor haar had geschilderd.
Nu maanden later, is de pijn nog steeds niet minder geworden. Voor mijn gevoel zal het nooit draaglijk worden. Mijn hart huilt voor altijd. Wanneer ik in mijn auto zit na werktijd en als ik terugrijd naar huis, branden de tranen achter mijn ogen. Soms overvalt het me ook, in huis, op straat, in een winkel of op werk. Niemand ziet mijn verborgen tranen. Zij zijn voor mij alleen. Niemand kent mijn verdriet, mijn verlies. Want als je niet zichtbaar huilt, betekent niet dat je geen verdriet hebt. Niemand heeft namelijk iets met mijn verdriet te maken.