Boerkaverbod: alweer …
Woensdag 23 november spreekt de Tweede Kamer over het zogenaamde boerkaverbod, het verbieden van gezichtsbedekkende kleding in scholen, overheidsgebouwen en in het openbaar vervoer. Maar waarom wil een meerderheid van de Tweede Kamer dit verbod?
Er wordt al lange tijd gesproken over zo’n boerkaverbod, bepaalde media spreken al over elf jaar. Maar wat is de diepere gedachte achter dit verbod? Is het zo dat door het verbod ons land veiliger wordt of is het gewoon maar symboolpolitiek in tijden van verkiezingen?
Volgens mij is dit laatste van toepassing; minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) is van mening dat de dreiging van terrorisme door het verbod niet zal verminderen. Professor Moors van de Universiteit van Amsterdam heeft onderzoek gedaan naar gesluierde vrouwen en heeft aangegeven dat er weinig vrouwen in Nederland zijn met gezichtsbedekking (mogelijk een 100) en dat er geen of nauwelijks gevallen bekend zijn van criminele activiteiten door vrouwen met gezichtsbedekking.
Mei 2015 schreef ik hier al over (zie mijn artikel ‘Aantasting van vrouwenrechten’, in mijn boek Allahu Akbar). In het artikel gaf ik aan dat ik in de Qur’an niet heb gevonden dat een vrouw een boerka moet dragen, desondanks dat sommige geleerden dit wel proberen uit te dragen. Ik ben daarentegen wel van mening dat de man zijn vrouw niet kan dwingen wat voor kleding ze moet dragen; de vrouw weet zelf precies moet dragen en is zelf verantwoordelijk.
Was het zo dat eerder minister Plasterk een boerkaverbod wilde in verband met de veiligheid, dat punt is nu geen belangrijk issue meer, daar de boerka niets met veiligheid of terrorisme te maken heeft. Dat een boerka een gevaar is voor de veiligheid, is door geen onderzoeker aangetoond.
Kom ik terug op het tweede punt van mijn vraag: is het gewoon symboolpolitiek in tijden van verkiezingen? Gezien de hang naar rechts en extreem-rechts in het parlement – maar zeker in meer landen – waardoor de aanval op de Islam en moslims steeds harder wordt, is het mijns inziens zeker een verkiezingspunt. De Islam – vinden een aantal politieke partijen – moet bestreden worden en mag zeker niet verder verspreid worden. Tegen deze mensen zeg ik – wederom – de Islam is geen bedreiging en er bestaat geen radicale Islam. Het gaat om mensen die bepaalde radicale ideeën uitdragen.
Weet dat er met het verbod ook een verbod komt op integraalhelmen in dezelfde ruimten en de gezichtsbedekking van agenten van veiligheidsdiensten.